week 35

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Doel van de les

Je kunt het begrip schaars uitleggen.

Je weet wat een budget is.

Je kunt het begrip alternatief aanwendbaar uitleggen

Begroting

Het maken van keuzes

Je hebt (helaas) altijd een beperkt budget, maar oneidinge behoeftes. Je moet prioriteiten stellen. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven.

Je hebt inkomsten zoals loon en zakgeld en je hebt uigaven.

Je moet een begroting opstellen.

Schaarste en ruil

Maak de volgende vragen naar aanleiding van het filmpje:

1.  Wat is de schaarste in het filmpje?

2. Hoe uit de schaarste zich?

3. Wat is de ruil?

4. Hoe verdient MU de transfersom weer terug?

Maak opdracht  1, 3, 6, 8, 9, 10, 11

Doel van de les

Je kunt rekenen met opofferingskosten (netto baten).

Je kan zelfstandig een budgetlijn tekenen.

maak opdracht 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24

Doe de 'eindexamencheck' blz 25

De opofferingskosten

De opofferingskosten  zijn de nettobaten van het alternatief dat je niet kiest.

Stel je werkt bij de Jumbo en verdient €5 per uur. Je werkt iedere zaterdag van 7:00 uur tot 16:00 uur. Dit zijn 8 gewerkte uren. Als je besluit om aanstaande zaterdag om 8:00 te beginnen in plaats van 7:00 uur dan zijn de  opofferingskosten zijn €5

Het schema van opofferingskosten (opg 17)

Opofferen :      (niet kiezen)                                     Wat kies je wel:

Vakantie €900                                                             Vakantiewerk tuinbouw 30 uur X €6,50 = € 195  

Hij kiest ervoor om niet op vakantie te gaan dit scheelt €900 en hij besluit om wel te gaan werken dit levert hem € 195 op. De totale netto baten bedragen €1095 

De budgetlijn (opg 18)

Het budget is €120 de prijs van goed x is €10 en de prijs van  goed y is €40.

Voor €120 kan je 12 stuks x kopen of 3 stuks y  

€120=10x+40y