Les 22: Sociale Ongelijkheid en oorzaken. Methode M

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je  uitleggen wat sociale ongelijkheid is

Aan het eind van de les kun je 4 oorzaken noemen en uitleggen van sociale ongelijkheid.


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je  uitleggen wat sociale ongelijkheid is

Aan het eind van de les kun je 4 oorzaken noemen en uitleggen van sociale ongelijkheid.


Slide 1 - Diapositive

Maatschappelijke Positie 

Slide 2 - Diapositive

Maatschappelijke
positie

Slide 3 - Carte mentale

Maatschappelijke Positie 

De plek die je inneemt in onze maatschappij noemen we je maatschappelijke positie. 

" De plaats die je in de samenleving inneemt "

Deze positie hangt af van verschillende factoren: 
beroep of functie, inkomen, opleiding, levensstijl, opvoeding, vrienden

Slide 4 - Diapositive

Sociale ongelijkheid

Slide 5 - Carte mentale

Sociale Ongelijkheid


Er is een verschil in kansen in Nederland. Sommige mensen hebben veel kansen, anderen minder. 

Oorzaken: Taalachterstand, Opleiding/inkomen, Wonen, Discriminatie



Slide 6 - Diapositive

Noem minstens twee oorzaken van sociale ongelijkheid

Slide 7 - Question ouverte

Oorzaak 1: Cultuur
Mensen met een migratieachtergrond hebben ook een andere cultuur en taal. Veel kinderen met een migratieachtergrond hebben daardoor een taalachterstand, wanneer hun ouders thuis weinig Nederlands spreken

Denk aan het schoolsysteem: Je wilt je kind volgen, maar wat als je een taalachterstand hebt? Wat als je ouders je niet zo goed kunnen helpen?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Oorzaak 2: Opleiding en inkomen

Sommige kinderen hebben ouders die geen studie gedaan hebben. Voor deze ouders is het moeilijker om hun kinderen te helpen met huiswerk.

Denk ook aan inkomen: als je laaggeschoold bent, heb je vaak een lager inkomen. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Oorzaak 3: Wonen
In iedere stad heb je goedkopere huizen en duurdere huizen.
Sommige mensen kunnen geen duur huis betalen, en gaan dus bij elkaar in de buurt wonen.


Zo ontstaat er segregatie: verschillende groepen mensen wonen in andere wijken en ontmoeten elkaar niet meer

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Oorzaak 4: Discriminatie
Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen in gelijke gevallen. 

Denk aan sollicitaties: je huidskleur, je leeftijd, je geslacht

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Noem de vier oorzaken van sociale ongelijkheid

Slide 16 - Question ouverte

De begrippen: 
1. Maatschappelijke positie (uitleggen waarom we een 'ladder' gebruiken)
2. 4 oorzaken voor sociale ongelijkheid: 
1. Cultuur

2. Opleiding of i
nkomen.
3. Wonen
4. Discriminatie

- Ik kan uitleggen hoe sociale ongelijkheid ontstaat -


Slide 17 - Diapositive

Heb je iets geleerd tijdens deze les?
ja
nee

Slide 18 - Sondage

Schrijf drie dingen op die je geleerd hebt over 'sociale ongelijkheid'.

Slide 19 - Question ouverte

Noem 4 oorzaken van 'sociale ongelijkheid'.

Slide 20 - Question ouverte

Opdracht
  1. Maak de vragen die horen bij de paragraaf;
  2. Maak een kleine samenvatting van deze paragraaf;
  3. Maak een kleine samenvatting van het volgende filmpje.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo