Welke strategie wordt hier gebruikt? Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving
Slide 13 - Quiz
Vandaag heb ik amper tijd om boodschappen te doen, terwijl ik gisteren tijd over had.
A
tegenstelling
B
bekend woorddeel
C
omschrijving
Slide 14 - Quiz
Vervolg woordraadstrategie
Als je de betekenis van een woord hebt achterhaald, is het wel belangrijk om te controleren of de betekenis in de tekst past en of je het woord nu wel begrijpt.
Non-profitorganisatie --> non herken je als voorvoegsel dat niet betekent. Profit is het Engelse woord voor winst. Het is dus een organisatie die niet gericht is op het maken van winst.
Slide 15 - Diapositive
Beeldspraak
Slide 16 - Diapositive
Wat is beeldspraak?
Slide 17 - Diapositive
Figuurlijk taalgebruik
Beeldspraak is taalgebruik dat je niet letterlijk moet nemen. De schrijver gebruikt een beeld/figuur voor wat hij wil zeggen. Bijvoorbeeld in een spreekwoord of in een vergelijking: naast de werkelijkheid geeft hij een beeld en die zijn met elkaar verbonden door verbindingswoorden: als een..., lijkt wel een..., zo...als (een)..., een... van (een) ....
De inbreker(o) ging er als een haas (b) vandoor.
Chantal woont in een kast (b) van een huis (o).
Die kamer van jou (o) is net een zwijnenstal (b).
Slide 18 - Diapositive
Je kamer ziet eruit ALS
een zwijnenstal.
Slide 19 - Diapositive
Betekenis achterhalen
Net als bij onbekende woorden waar je een woordraadstrategie gaat toepassen, ga je ook bij beeldspraak onderzoeken of je misschien al:
een deel van de uitspraak (her)kent
uit de zinnen ervoor en erna - in de context - aanwijzingen vindt