Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Casus
Ik wil graag iets voor mijzelf (40 jaar) voor maagklachten. Ik heb er al een tijdje last van, met name 's nachts. Een branderig gevoel.
Slide 2 - Diapositive
Welke patiënten met maagklachten stuur je gelijk door naar de huisarts?
A
Pijn dat uitstraalt naar de armen en rug
B
Als de pijn al meer dan 1 week aanhoud
C
Pijn dat overgaat nadat je wat gegeten hebt
D
Pijn bij zure oprispingen
Slide 3 - Quiz
Wat wil je nog meer van deze mevrouw weten?
Slide 4 - Carte mentale
Welke NMA kan je deze mevrouw geven?
Slide 5 - Question ouverte
Welk middel adviseer je deze mevrouw?
A
Antagel
B
Omeprazol
C
Pantoprazol
D
Ranitidine
Slide 6 - Quiz
Hoe werken h2 antagonisten en protonpompremmers?
A
Remmen zuur productie
B
Zorgen voor snelle doorstroom in de maag
C
Neutraliseren zuur in de maag
D
Binden het voedsel in de maag
Slide 7 - Quiz
Wat is een reflux?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe werken antacida?
A
Remmen de productie van zuur
B
Neutraliseren het zuur
C
Zorgt voor een snelle doorstroom in de maag
D
Bind voedsel in de maag
Slide 9 - Quiz
Stelling 1) PPI's mag je maar 4 weken adviseren als zelfzorg Stelling 2) Pantoprazol geeft geen interactie met Acenocoumarol maar Omeprazol en Esomeprazol wel.
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Slide 10 - Quiz
Zelfzorg
Verkoudheid en griep
Slide 11 - Diapositive
Wat is de oorzaak van verkoudheid?
A
Bacterie
B
Krijg je van tocht
C
Virus
D
Amoebe
Slide 12 - Quiz
Wat geef je zodat een verkoudheid sneller over gaat?
A
Vitamine stootkuur
B
Niets, je kunt alleen symptomen verlichten
C
Patiënt verwijzen voor penicilline kuur
D
Neusspray Xylometazoline
Slide 13 - Quiz
Wat geef je een baby van 4 maanden met een verstopte neus?
A
Zoutoplossing en een neuspompje
B
Xylometazoline 0,025% als druppel
C
Een beetje mentholzalf op de borst smeren
D
Xylometazoline 0,025% als spray
Slide 14 - Quiz
Waarom wordt de influenza vaccinatie elk jaar herhaald?
A
Omdat er anders resistentie tegen het vaccin optreedt
B
Omdat je niet meer dan voor 1 jaar antistoffen aanmaakt
C
Omdat je elk jaar een booster nodig hebt
D
Omdat er elk jaar andere virussen circuleren
Slide 15 - Quiz
Welk medicijn veroorzaakt vaak kriebelhoest?
A
Lisinopril
B
Morfine
C
Fluticason aerosol
D
Losartan
Slide 16 - Quiz
Bij welke aandoening hoef je niet meteen te verwijzen bij hoest?
A
COPD
B
HIV
C
Diabetes
D
Hartfalen
Slide 17 - Quiz
Wanneer verwijs je een peutertje met oorpijn naar de huisarts?
A
Direct
B
Als het na 3 dagen nog niet beter
C
Als het na een week niet over is
D
Als het kind meer dan 3 dagen verhoging heeft
Slide 18 - Quiz
Waarom mag honing niet bij kinderen jonger dan een jaar?
A
Het kan sporen van een bacterie bevatten die gevaarlijk is bij baby's
B
Baby's gaan juist hoesten van honing
C
Als ze honing proeven willen ze geen gewoon eten meer
D
Van de suiker in honing worden baby's hyperactief
Slide 19 - Quiz
Hoe lang mag je Xylometazoline neusspray als zelfzorg gebruiken?
A
Zolang er slijm uit de neus komt maar niet langer dan 10 dagen
B
Max 1 week, omdat er anders kans is op reboundverstopping
C
Max 2 weken. Anders is er iets anders aan de hand
D
Is maar 1 week houdbaar
Slide 20 - Quiz
Wanneer adviseer je Noscapine drank?
A
Bij keelpijn om te verzachten
B
Hoest met slijm om de aanhoudende hoest te doorbreken
C
Bij hoest die langer dan 3 weken bestaat
D
Hoest zonder slijm om de aanhoudende hoest te doorbreken
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Casus
Een man van 30 jaar wil graag iets tegen hoofdpijn. Hij heeft nog niks gebruikt en gebruikt ook geen andere medicatie.
Slide 23 - Diapositive
Wat wil je nog meer van deze man weten?
Slide 24 - Carte mentale
Wanneer je paracetamol adviseert, wat is dan het gebruik?
A
3-6 maal per dag 1 -2 tabletten. Maximaal 6 tabletten per dag en ten minste 4 uur tussen de doses.
B
4 maal per dag 2 tabletten met een tussenpose van ten minste 4 uur.
C
Ik zou hem zetpillen van 1000mg adviseren. 4 maal daags met een tussenpose van tenminste 6 uur.
D
Zo min mogelijk gebruiken. Dus het liefst maximaal 1 tablet per dag.
Slide 25 - Quiz
Welke NMA geef je bij spanningshoofdpijn?
Slide 26 - Question ouverte
Wanneer spreek je van medicatieovergebruikshoofdpijn
A
Paracetamol/Nsaid's meer dan 4000mg per dag
B
Paracetamol/Nsaid's meer dan 15 dagen gedurende 1 maand
C
Paracetamol/Nsaid's meer dan 15 dg/ mnd gedurende 3 maanden
D
Paracetamol/Nsaid's elke dag gedurende 1 maand
Slide 27 - Quiz
Verstopping en diarree
Slide 28 - Diapositive
Wat is eerste keusmiddel bij verstopping bij kinderen?
A
Lactulose
B
Roosvicee laxo
C
Macrogol
D
Bisacodyl
Slide 29 - Quiz
Hoe werkt Lactulose?
A
Prikkelt de darmwand
B
Mengt zich met de darminhoud
C
Houdt vocht vast waardoor volume vergroting en toename darmperistaltiek
D
Vult tekort aan zouten aan
Slide 30 - Quiz
Stelling 1) Je mag bisacodyl niet langer dan 3 dagen gebruiken ivm de kans van het ontstaan van een luie darm. Stelling 2) Bisacodyl werk binnen 5 uur indien 's morgens op nuchtere maag wordt ingenomen.
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Slide 31 - Quiz
Wat is het grootste risico van diarree?
Slide 32 - Question ouverte
Wanneer adviseer je loperamide?
Slide 33 - Question ouverte
Wat is meestal geen oorzaak van acute diarree?
A
besmet eten
B
rauw vlees
C
slechte hygiene
D
onderliggende ziekte
Slide 34 - Quiz
Een mevrouw vraagt een middel tegen zwemmerseczeem. Wat is dat?
A
Eczeem veroorzaakt door zwemmen
B
Eczeem veroorzaakt door het dragen van een badmuts
C
Een voetschimmel
D
Een schimmel in het oor door een badmuts van iemand anders
Slide 35 - Quiz
Wat is het eerste keuzemiddel bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar?
A
Terbinafine
B
Miconazol
C
Clotrimazol
D
Sulconazol
Slide 36 - Quiz
Wat is het verschil in werking tussen terbinafine en imidazoolderivaten (clotrimazol/miconazol)?
A
Terbinafine is een breedspectrum-antimycotica en imidazoolderivaten zijn smalspectrum-antimycotica
B
Terbinafine remt de groei van schimmels en imidazoolderivaten niet
C
Terbinafine doodt de schimmels en imidazoolderivaten niet
D
Terbinafine is alleen op recept en imidazoolderivaten is in de handverkoop
Slide 37 - Quiz
Waarom hebben mensen met diabetes meer kans op een voetschimmel?
Slide 38 - Question ouverte
Wat zijn de symptomen van een koortslip
Slide 39 - Carte mentale
Stelling 1) Zonder behandeling verdwijnt een koortslip niet. Stelling 2)Met een behandeling kan de duur van een koortslip met 5 dagen worden ingekort.
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Slide 40 - Quiz
Wat is een eerstekeuzemiddel bij een koortslip
Slide 41 - Question ouverte
Stelling 1? Het eerste keuzemiddel werkt jeukstillend, indrogend en antiviraal. Stelling 2) Het eerste keuzemiddel moet je op de hele lip aanbrengen..
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Slide 42 - Quiz
Geef een nma bij een koortslip
Slide 43 - Carte mentale
Er komt een mevrouw aan de balie en ze wil graag iets tegen wormpjes. Welke soort wormen komen in Nederland het meest voor?
A
aarsmaden
B
lintworm
C
kattenspoelworm
D
mijnworm
Slide 44 - Quiz
Hoe gebruik je mebendazol bij wormen?
Slide 45 - Question ouverte
Deze mevrouw wil voor haar 2 kinderen van 5 en 8 jaar een kuur. Geef je haar dan 2 kuurtjes mee?
Slide 46 - Question ouverte
Een man wil iets tegen aambeien. Bij welke groep wijst jeuk bij de anus meestal niet op aambeien?
Slide 47 - Question ouverte
De man ziet nog niks aan de buitenkant maar hij verliest een beetje helderrood bloed bij de ontlasting en heeft dan ook wat last van jeuk en een branderig gevoel. Welke graad van ernst heeft deze meneer?
A
Graad 1
B
Graad 2
C
Graad 3
D
Graad 4
Slide 48 - Quiz
Stelling 1 ) Een groot voordeel van een zetpil is de lokale werking bij inwendige aambeien Stelling 2 ) Bloed op de ontlasting bij aambeien is niet erg