KT1 zelfzorg

Wat is het medische woord voor antischimmel?
A
Antiprotozoica
B
Antiviraal
C
Antimycotica
D
Antibiotica
1 / 53
suivant
Slide 1: Quiz

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is het medische woord voor antischimmel?
A
Antiprotozoica
B
Antiviraal
C
Antimycotica
D
Antibiotica

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkoudheid
Griep (Influenza)
Koorts
spierpijn
Ziek, niet kunnen werken
verstopte neus
keelpijn
Hoesten
vaccinatie

Slide 2 - Question de remorquage

Veroorzaakt door influenzavirus.
Koorts, spierpijn en ziek gevoel maken het verschil met een verkoudheid. Met echte griep voelt de patiënt zich erg ziek en ligt op bed.
Virus kan de luchtwegen aantasten, op die plaats kunnen bacteriën hun kans grijpen en voor sommigen mensen een longontsteking veroorzaken. Dit is dan een complicatie, een gevolg van. Vooral ouderen en kleine kinderen en mensen met een verminderde weerstand zijn hier gevoelig voor.
Preventief: Griepprik.
Symptomatische behandeling; paracetamol
Vrod:
- Griep ontstaat op dezelfde manier als verkoudheid.

Wat is de werking van paracetamol?
A
Pijnstillend
B
Ontstekingsremmend
C
Koorts dempend
D
Pijnstillend en koorts dempend

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een nadeel van paracetamol?
A
Het is erg giftig bij chronisch gebruik en bij overdosering
B
Het mag overal verkocht worden waardoor iedereen het kan gebruiken, ook als het een interactie geeft met andere medicijnen van degene die het gaat gebruiken
C
veel bijwerkingen
D
Veel interacties

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stofnaam van NSAID’S?
A
carbasalaatcalcium
B
Terbinafine
C
clemastine
D
triamcinolon

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat betekent het woord migraine?
A
Pijn
B
Aan een kant van het hoofd
C
cluster hoofdpijn
D
duizeligheid

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Migraine gaat vaak gepaard met?
A
Misselijk en braken
B
Depressieve klachten
C
trillen , beven
D
Het koud hebben

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor kan migraine worden uitgelokt?
A
Door dieren
B
Door alles
C
Stress, opwinding
D
Het wordt niet uitgelokt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het eerstekeuze zelfzorgmiddel bij aambeien als de klant alleen pijn/jeuk tijdens de ontlasting heeft?
A
lidocaïnevaselinecrème
B
hydrocorticoncrème
C
terbinafinecrème
D
zinksulfaatvaselinecrème

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benzoylperoxide werkt keratolytisch. Wat is dit?
A
huidafschilferend
B
ontstekingsremmend
C
bacteriostatisch
D
hydraterend

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen goed advies bij allergische rhinitis?
A
prikkels zoveel mogelijk vermijden
B
niet in de ogen wrijven
C
gebruik langdurig xylometazoline
D
goed schoonmaken in huis

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is het grootste risico van diarree?
A
uitdroging
B
buikpijn
C
gewichtsverlies
D
vitaminetekort

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na hoeveel dagen moet een luizendodend middel/shampoo herhaald worden
A
na 3 dagen
B
na 5 dagen
C
na 7 dagen
D
na 10 dagen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie hoef je niet te verwijzen naar de huisarts bij hoofdpijn?
A
zwangeren met toenemend hoofdpijn na week 20
B
kinderen onder de 6 jaar
C
nieuwe hoofdpijn bij iemand > 30 jaar
D
hoofdpijn bij ouderen binnen 6 weken na een val of ongeluk

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het eerstekeuze zelfzorgmiddel bij hoofdroos?

A
dimeticon
B
seleensulfide
C
permetrine
D
ketoconazol

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed niet-medicamenteus advies bij kinderziektes?
A
trek bij koorts een extra laag kleding aan om afkoeling te voorkomen
B
zorg voor goede hoesthygiëne, voldoende drinken en rust
C
zorg dat het kind voldoende eet
D
ga naar de huisarts als de koorts niet binnen 1 dag weg is

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Naar welke medicijnen vraag je bij iemand met een koortslip?
A
medicijnen die kunnen wijzen op een afweerstoornis
B
medicijnen tegen suikerziekte
C
medicijnen tegen acne vulgaris
D
medicijnen tegn hart- en vaatziekten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen oorzaak van maagklachten?
A
roken
B
alcohol
C
ondergewicht
D
knellende kleding

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een tweedekeuze zelfzorgmiddel bij aanhoudende maagklachten?
A
algeldraat/magnesiumzout
B
omeprazol
C
lactulose
D
ORS

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je bij het eerstekeuze zelfzorgmiddel bij menstruatiepijn medicatiebewaking uitvoeren?
A
dit is een NSAID en deze hebben veel contra-indicaties
B
dit is een NSAID en kinderen mogen deze niet
C
dit is een NSAID en deze hebben veel bijwerkingen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke leeftijd komt reisziekte vooral voor?
A
1-3 jaar
B
2-10 jaar
C
8-16 jaar
D
>18 jaar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicijnen kunnen spierpijn veroorzaken?
A
medicijnen tegen een hoge bloeddruk
B
medicijnen tegen bacteriën
C
medicijnen tegen suikerziekte
D
medicijnen tegen een verhoogd cholesterol

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het eerstekeuze zelfzorgmiddel bij een vaginale schimmelinfectie?
A
clotrimazol
B
miconazol
C
ketoconazol
D
sulconazol

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerkend symptoom voor griep en niet voor verkoudheid?
A
hoest
B
koude rillingen
C
verstopte neus
D
keelpijn

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk eerstekeuze zelfzorgmiddel adviseer je bij een verstopte neus bij een volwassene?
A
zoutoplossing
B
xylometazoline
C
paracetamol
D
ibuprofen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk advies moet je niet vergeten te geven bij het gebruik van sterculiagom?
A
veel bewegen
B
heel doorslikken
C
veel water drinken
D
liggend innemen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe moet het eerstekeuzemiddel bij wormen gebruikt worden?
A
100 mg mebendazol in 1 dosis en herhalen na 1 week
B
100 mg mebendazol in 1 dosis en herhalen na 2 weken
C
100 mg mebendazol 2 keer per dag en herhalen na 1 week
D
100 mg mebendazol 2 keer per dag en herhalen na 2 weken

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer hoef je niet naar de huisarts verwijzen bij wratten?
A
bij gestoorde afweer
B
bij wratten aan de geslachtsorganen of de anus
C
bij twijfel of het een wrat is
D
bij waterwratjes

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de indicatie van dextromethorfan?
A
kriebelhoest
B
slijmhoest
C
verstopte neus
D
obstipatie

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke patiënten mogen alle NSAID's als zelfzorgmiddel gebruiken?
A
0-70 jaar
B
4-60 jaar
C
6-70 jaar
D
12-60 jaar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep patiënten is uitdroging als gevolg van diarree het ergst?
A
vrouwen
B
oudere mensen
C
jongeren
D
mannen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande stellingen over hoofdluis is juist?

- Stelling 1: Bij methode 1 wordt dagelijks een luizendodend middel toegepast bij het kammen.
- Stelling 2: Bij methode 2 wordt op dag 1 en dag 8 een luizendodend middel toegepast.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn juist
D
stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke van de onderstaande niet-medicamenteuze adviezen bij hooikoorts is NIET juist?
A
Het dragen van een zonnebril
B
Niet zelf grasmaaien
C
Alle deuren en ramen open houden
D
Op vakantie naar een zeegebied gaan

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke antihistaminica wordt niet toegepast bij

allergische rhinitis?
A
loratadine
B
azalastine
C
cetirizine
D
cinnarizine

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welke groep patiënten kan koortslip heel ernstig verlopen?
A
baby's
B
tieners
C
volwassenen
D
ouderen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande middelen is géén tweedekeuzemiddel bij aanhoudende maagklachten?
A
omeprazol
B
pantoprazol
C
antagel
D
esomeprazol

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande niet-medicamenteuze adviezen horen niet bij de behandeling van voetschimmel?
A
Was de voeten elke dag
B
Maak dagelijks minstens een wandeling van 3 kilometer
C
Draag goed ventilerend schoeisel; laat de schoenen tussendoor goed drogen
D
Draag slippers in gemeenschappelijke douche- of (zwem)badruimtes

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk advies over het gebruik van xylometazoline of oxymetazoline is waar?
A
Bovenstaande middelen mogen niet gebruikt worden door zwangeren
B
Deze middelen worden gebruikt tegen neusbloeding
C
De werking van deze middelen treedt pas na 5 uur op
D
Deze middelen mogen niet langer dan 7 dagen achter elkaar gebruikt worden

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande adviezen kan NIET gegeven worden bij obstipatie?
A
veel bewegen
B
veel drinken
C
een warm bad nemen
D
Vezelrijk eten

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk middel adviseer je als zelfzorg tegen voetschimmel bij kinderen onder de 12 jaar?
A
Terbinafine
B
miconazol
C
itrazonazol
D
ketoconazol

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de middelen tegen hoesten werkt hoestprikkeldempend?
A
Noscapine
B
Thymsiroop
C
Broomhexine
D
Actylcysteïne

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke van de onderstaande stellingen over antihistaminica is juist?

- Stelling 1: Cetirizine en Loratadine mogen zonder bezwaar gebruikt worden bij zwangerschap/borstvoeding

- Stelling 2: Voor een optimaal effect moet je het antihistaminicum vaker op een dag gebruiken
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk plaatje is de hoofdluis afgebeeld?
A
B
C
D

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

. Hoe wordt het eitje van een hoofdluis genoemd?
A
larve
B
neet
C
kuit
D
kaviaar

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdluis
A
Zeer klein insect, grauw van kleur. Leeft van het bloed van de mens
B
Een bacterie die op het hoofd van de mens leeft en jeukt
C
Onderhuidse bacterie die er voor zorgt dat de haargrens bloed
D
Klein insect, groen van kleur die bloed uit je hoofd zuigt

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe merk je dat een kind hoofdluis heeft?
A
Het haar stinkt
B
Lege plekjes in het haar
C
Veel jeuk op het hoofd
D
Door klitten in het haar

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zwemmerseczeem?
A
bacteriële huidinfectie van de voeten
B
veel voorkomende schimmelinfectie van de voeten
C
veel voorkomend contacteczeem van de voeten
D
eczeem wat je alleen in het zwembad kan oplopen

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicijngroep kan een kriebelhoest veroorzaken?
A
ACE-remmers
B
Betablokkers
C
Corticosteroïden
D
Dranken

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke actie VERSTERKT de symptomen van reisziekte
A
Eten
B
Naar buiten kijken
C
Lezen, puzzelen, gamen, etc.
D
Slapen

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is eerste keus bij reisziekte?
A
Levocetrizine
B
Cyclizine
C
Pantoprazol
D
paracetamol

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cinnarizine moet bij reisziekte worden gebruikt:
A
2 dagen voor vertek
B
2 minuten voor vertrek
C
2 uur voor vertrek
D
2 weken voor vertrek

Slide 52 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De werking van cyclizine houdt bij reisziekte aan:
A
1-2 uur
B
8-10 uur
C
1-2 dagen
D
4-6 uur

Slide 53 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions