Herhalen Weer&Klimaat VS

Laatste quiz Weer&Klimaat VS
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Laatste quiz Weer&Klimaat VS

Slide 1 - Diapositive

Een landwind maakt dat de gemiddelde temperatuur in de winter
warmer wordt
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Bij gebergten komt vooral stijgingsregens voor
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Bij intensieve landbouw verbouw je veel groenten op een klein stuk land
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Sleep de omschrijving naar de bijbehorende klimaatfactor. 
Windrichting
Breedteligging
Bergen
Zeestromen
In het noordoosten van de VS zorgt dit voor weinig invloed van de zee op het klimaat.
Dit zorgt aan de noordwestkust van de VS voor hogere temperaturen.
Hierdoor kan warme wind uit het zuiden diep het binnenland van de VS indringen.
Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.

Slide 5 - Question de remorquage

Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag

Slide 7 - Question de remorquage

Welke neerslag ontstaat er vaak bij bergen?
A
Sneeuw
B
Stuwingsneerslag
C
Stijgingsneerslag
D
Frontale neerslag

Slide 8 - Quiz

Zeeklimaat
Landklimaat
Droog klimaat

Slide 9 - Question de remorquage

Veel landbouwgebieden in het oosten van de VS heten ‘belts.’ In het zuidoosten heb je bijvoorbeeld
de voormalige Cotton Belt

Waarom lag de voormalige Cotton Belt in het zuidoosten?
A
Het koude en droge klimaat is zeer geschikt voor katoen.
B
Het warme en droge klimaat is zeer geschikt voor katoen.
C
Het koude en vochtige klimaat is zeer geschikt voor katoen.
D
Het warme en vochtige klimaat is zeer geschikt voor katoen.

Slide 10 - Quiz

De wind uit het zuiden in de VS is in de zomer?
A
Warm en vochtig
B
Warm en droog
C
Koud en nat
D
Koud en droog

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Welke letter ligt in de regenschaduw?
A
F
B
B
C
C
D
A

Slide 12 - Quiz

De warmste temperatuur ooit gemeten op aarde is in Death Valley (de Verenigde Staten)
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is een isobaar?
A
Een lijn die punten van gelijke neerslagintensiteit verbindt.
B
Een lijn die punten van gelijke luchtdruk verbindt.
C
Een lijn die punten van gelijke windkracht verbindt.
D
Een lijn die punten van gelijke temperatuur verbindt.

Slide 14 - Quiz

De invloed van de Alaskastroom aan de noordwestkust van de VS op de temperatuur is groter dan die van de Labradorstroom aan de noordoostkust. Wat is hiervoor de belangrijkste reden?
A
Bergen
B
Windrichtingen

Slide 15 - Quiz

Welke wind bevat er vaak meer neerslag?
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 16 - Quiz

New York en Seattle liggen ongeveer op dezelfde breedtegraad, maar waar is het in de VS kouder in de winter?
A
Seattle
B
New York

Slide 17 - Quiz

Waarom wordt het klimaat van de Oostkust van de VS veel minder beïnvloed door de zee?
A
De zee daar is koud
B
De wind is overheersend aanlandig
C
De zee daar is koud
D
De wind is overheersend aflandig

Slide 18 - Quiz

Hieronder zie je een lege kaart van de V.S. Sleep  de namen van de landschappen op de juiste plekken in de kaart. 
2
3
4
5
7
Rocky Mountains
Veel zuivel
Great Plains
Cotton Belt
Mais

Slide 19 - Question de remorquage

Wind waait altijd van een lage naar een hoge drukgebied
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

De Rocky Mountains liggen van oost naar west in de Verenigde Staten waardoor koude lucht uit Canada niet naar het zuiden verplaatst
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

In het westen van de Verenigde Staten is een zeeklimaat door de aanlandige wind
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

En nu?
Leren voor je tentamen!
Basis: 6.4 - 6.6
Kader 2.1 - 3.4
Tekstboek, werkboek, mindmaps, Lessonup, samenvattende PowerPoints. 

Slide 23 - Diapositive