1.5 woorden voor- achtervoegsels

1.5 woorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

1.5 woorden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les: 
- heb je twintig nieuwe woorden gezien die je gaat gebruiken in deze paragraaf. 
- heb je geleerd wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn. 

Slide 2 - Diapositive

onderdeel van het proefwerk 


  • 20 woorden waarvan je de betekenis moet kennen (blz 39)
  • en waar je betekenisvolle zinnen mee kan maken.
  • Voorvoegsels en achtervoegsels herkennen. Begrijpen hoe ze de betekenis van een woord kunnen veranderen.


Slide 3 - Diapositive

voorvoegsels

Slide 4 - Carte mentale

Voorvoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel

De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: rustig - onrustig. Het voorvoegsel is 'on' 


Slide 5 - Diapositive

voorvoegsel
betekenis
voorbeeld
ont-
ontdoen van
ontbossen
in-
niet
incompetent
a-
niet
asociaal
mis-
slecht/verkeerd
mislukt
on-
niet
onbetrouwbaar
wan-
geen/slecht
wangedrag
her-
nog een keer
hergebruik

Slide 6 - Diapositive

achtervoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje achter het woord toevoegen; een achtervoegsel

De betekenis van het woord verandert door een achtervoegsel.
Bijvoorbeeld: sprakeloos. Het achtervoegsel is 'loos' 


Slide 7 - Diapositive

achtervoegsel
betekens
voorbeeld
-achtig
een beetje als
kinderachtig
-baar
kan
vloeibaar
- loos
zonder
zoutloos
- vol
met veel
liefdevol
-arm
met weinig
caloriearm 
-rijk
met veel
vezelrijk

Slide 8 - Diapositive

betekenisvolle zin

Slide 9 - Carte mentale

Hoe maak je betekenisvolle zinnen? 

Een betekenisvolle zin maak je met een samengestelde zin:
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen. Zorg ervoor dat je zin klopt (grammaticaal en spelling).
Bijvoorbeeld: 
'veel tijd in beslag nemen'
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig.






Slide 10 - Diapositive

voorbereiden voor toets
  • Leer de betekenis van de 25 woorden die op de woordenlijst 1.5 staan. 
  • Oefen ook de betekenisvolle zinnen die je hebt gemaakt bij deze woorden (Zie opdracht in studiewijzer en je eigen bestand met al gemaakte betekenisvolle zinnen).
  • Herkennen van voorvoegsels en leren wat (sommige) voorvoegsels betekenen.




Slide 11 - Diapositive

Huiswerk

Maak opdracht 11-14-15
blz 44-45

Slide 12 - Diapositive