1.5 woorden

1.5 woorden
20 nieuwe woorden
voor- en achtervoegels

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.5 woorden
20 nieuwe woorden
voor- en achtervoegels

Slide 1 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan 20 woorden uitleggen
  • Ik weet wat voor- en achtervoegsels zijn

Slide 3 - Diapositive

Noem een woord met een voorvoegsel

Slide 4 - Question ouverte

Voorvoegsel
Bij sommige woorden kun je een stukje voor het woord toevoegen; een voorvoegsel.
De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.

Voorbeelden van voorvoegsels: a-: asociaal
                                                                    her- : herexamen
                                                                    in- : informeel
                                                                    on- : onjuist
                                                                     ont-: ontbossen
                                                                    wan-: wanhoop

Door te kijken naar een voorvoegsel kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.

Slide 5 - Diapositive

Grondwoord
Grondwoord
voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel
on - gebruik - (e)lijk
super-gehoor-zaam
her-bruik-baar

Slide 6 - Diapositive

Meer voorvoegsels

Slide 7 - Diapositive

Een voorvoegsel is een...
A
voorzetsel
B
een deel van het woord met eigen betekenis
C
een deel van het woord zonder eigen betekenis
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN voorvoegsel?
A
mis-
B
inter-
C
ge-
D
aan-

Slide 10 - Quiz

Woord met voorvoegsel
Woord zonder voorvoegsel
Heropenen
Wangedrag
onrustig
Tafelkleed
Klaarmaken
Tekstboek
non-fictie
internationaal

Slide 11 - Question de remorquage

Achtervoegsel
Bij sommige woorden kun je een stukje na het woord toevoegen; een achtervoegsel.
De betekenis van het woord verandert door een achtervoegsel.
Voorbeelden van achtervoegsels: - achtig: schaapachtig
                                                                    -baar : draagbaar
                                                                    -loos: sprakeloos
                                                                
Door te kijken naar een achtervoegsel kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.


Slide 12 - Diapositive

Veelgebruikte achtervoegsels
achtervoegsel
betekens
voorbeeld
-achtig
een beetje als
kinderachtig
-baar
kan
vloeibaar
- loos
zonder
zoutloos
- vol
met veel
liefdevol
-arm
met weinig
caloriearm 
-rijk
met veel
vezelrijk

Slide 13 - Diapositive

Hondenbelasting
Samengesteld woord
Achtervoegsel
Voorvoegsel

Onherkenbaar
Vriendloos
Hertentamen

Slide 14 - Question de remorquage

voorvoegsel
achtervoegsel
hergebruiken
internationaal
wanorde
jaarlijks
zinloos
bruikbaar

Slide 15 - Question de remorquage

aanwijzen in een zin.
Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
zelf aan de slag met de opdrachten

Slide 16 - Sondage

Opdrachten 1.5 (digitaal)
Opdracht 2
Opdracht 4
Opdracht 5
Opdracht 8
Opdracht 9
Opdracht 14B/C
Kijk naar de leertekst op blz. 45: voorvoegsels en achtervoegsels.
Verzin bij elk voorvoegsel en achtervoegsel nog 2 andere voorbeelden. 

Slide 17 - Diapositive