Inclusiviteit begint bij jezelf

Inclusiviteit begint bij jezelf

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom het belangrijk is om open te staan voor andere culturen en hoe je dit kunt doen.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet jij al over culturele verschillen en inclusiviteit?

Hokjesdenken

Hokjesdenken is het opdelen van mensen in hokjes op basis van uiterlijke kenmerken, afkomst of religie.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf hokjesdenken en bespreek de negatieve gevolgen hiervan.

Sociale cohesie

Sociale cohesie betekent dat mensen zich verbonden voelen met elkaar en zich inzetten voor het welzijn van de gemeenschap.

Leg het belang van sociale cohesie uit en laat voorbeelden zien van hoe het kan worden bevorderd.

Tolereren

Tolereren betekent dat je accepteert dat andere mensen andere normen en waarden hebben dan jij.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf toleranter kunnen zijn.

Accepteren en confronteren

Accepteren betekent dat je de verschillen tussen mensen respecteert en confronteren betekent dat je discriminatie en uitsluiting aankaart.

Beschrijf hoe accepteren en confronteren hand in hand gaan en hoe het kan bijdragen aan een inclusieve samenleving.

Culturele verschillen

Culturele verschillen zijn de verschillen in normen, waarden en gebruiken tussen verschillende culturen.

Leg uit hoe culturele verschillen kunnen leiden tot misverstanden en hoe je hiermee om kunt gaan.

Inclusieve samenleving

Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft ongeacht afkomst, religie of gender.

Laat zien hoe een inclusieve samenleving bijdraagt aan sociale cohesie en hoe het kan worden bevorderd.

Vooroordelen

Vooroordelen zijn oordelen die je vormt over iemand zonder dat je die persoon kent.

Beschrijf hoe vooroordelen kunnen leiden tot discriminatie en uitsluiting.

Voorbeelden van inclusiviteit

Laat voorbeelden zien van inclusieve samenlevingen en organisaties.

Laat de studenten nadenken over hoe ze deze voorbeelden kunnen toepassen in hun eigen leven.

Inclusiviteit in de klas

Beschrijf hoe de klas een plek kan zijn waar iedereen zich welkom voelt en gelijke kansen heeft.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf kunnen bijdragen aan een inclusieve klas.

Inclusiviteit op het werk

Beschrijf hoe organisaties inclusiviteit kunnen bevorderen en waarom dit belangrijk is.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf kunnen bijdragen aan een inclusieve werkomgeving.

Inclusieve communicatie

Beschrijf hoe communicatie kan bijdragen aan inclusiviteit en wat je kunt doen om inclusief te communiceren.

Laat de studenten oefenen met inclusief communiceren.

Inclusiviteit in de media

Beschrijf hoe de media kunnen bijdragen aan inclusiviteit en welke rol de media spelen bij het beeld dat mensen hebben van andere culturen.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf kritisch kunnen kijken naar media-inhoud.

Inclusiviteit in de politiek

Beschrijf hoe de politiek kan bijdragen aan inclusiviteit en waarom dit belangrijk is voor een democratie.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf kunnen bijdragen aan een inclusieve politiek.

Inclusiviteit en discriminatie

Beschrijf hoe discriminatie kan worden herkend en aangepakt.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf kunnen bijdragen aan het verminderen van discriminatie.

Inclusiviteit in de praktijk

Laat voorbeelden zien van hoe je inclusiviteit kunt toepassen in de praktijk.

Laat de studenten nadenken over hoe ze zelf inclusiviteit kunnen toepassen.

Interactieve oefening

Laat de studenten in groepjes nadenken over hoe ze inclusiviteit kunnen toepassen in hun eigen leven en werk dit uit in een korte presentatie.

De studenten presenteren hun uitwerkingen aan de klas.

Inclusiviteit in de toekomst

Beschrijf hoe de samenleving eruit zou zien als inclusiviteit de norm is.

Laat de studenten nadenken over hun eigen bijdrage aan een inclusieve toekomst.

Samenvatting

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Herhaal het leerdoel en bespreek eventueel nog openstaande vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.