2HV Leesvaardigheid 1-U1 en U2
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
I
1. Hoe vraagt de oma van Arthur of hij een belangrijke wedstrijd heeft?
1. Hoe vraagt de oma van Arthur of hij een belangrijke wedstrijd heeft?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
II
2. Gaëlle vraagt aan Bastien of hij aan hardlopen doet. Hoe vraagt hij ze dat?
2. Gaëlle vraagt aan Bastien of hij aan hardlopen doet. Hoe vraagt hij ze dat?
Slide 4 - Question ouverte
II
3. Hoe zegt Bastien dat hij voor het eind van de maand traint?
3. Hoe zegt Bastien dat hij voor het eind van de maand traint?
Slide 5 - Question ouverte
II
4. En hoe zegt Bastien tegen Gaëlle dat ze goed in hoogspringen is?
4. En hoe zegt Bastien tegen Gaëlle dat ze goed in hoogspringen is?
Slide 6 - Question ouverte
II
5. Gaëlle geeft toe dat ze gymnastiek leuk vindt. Hoe zegt ze dat?
5. Gaëlle geeft toe dat ze gymnastiek leuk vindt. Hoe zegt ze dat?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
III
6. Hoe vraagt hij aan haar of ze de overhoring Spaans heeft voorbereid?
6. Hoe vraagt hij aan haar of ze de overhoring Spaans heeft voorbereid?
Slide 9 - Question ouverte
III
7. Hoe vraagt Arthur aan Julie of ze voetbalt?
7. Hoe vraagt Arthur aan Julie of ze voetbalt?
Slide 10 - Question ouverte
III
8. Hoe zegt Julie dat de spreekbeurt voor donderdag is?
8. Hoe zegt Julie dat de spreekbeurt voor donderdag is?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
IV
9. Hoe zegt Léa dat ze bij natuurkunde sommen hebben gemaakt?
9. Hoe zegt Léa dat ze bij natuurkunde sommen hebben gemaakt?
Slide 13 - Question ouverte
IV
10. Tijdens de Franse les hebben ze gediscussieerd. Hoe zegt Léa dat?
10. Tijdens de Franse les hebben ze gediscussieerd. Hoe zegt Léa dat?
