Les 2 - 1.1: Stofeigenschappen

1.1: Stofeigenschappen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.1: Stofeigenschappen

Slide 1 - Diapositive

timer
2:00
Welke begrippen
heb je gevonden
in de paragraaf?

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je leert het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel.
  • Je leert wat stofeigenschappen zijn.
  • Je leer wat dichtheid is en ermee rekenen.
  • Je leert drie nieuwe symbolen van de elementen: Br, Cd, Ca

Slide 3 - Diapositive

Zuivere stof of mengsel
  • Een zuivere stof in de gewone wereld betekent dat er geen vervuiling in zit. Zuiver sinaasappelsap is dan alleen het sap uit een sinaasappel.
  • Bij scheikunde bestaat een zuivere stof uit één stof. Sinaasappelsap bestaat uit onder andere de stoffen water, suiker, vitamine C en is dus een mengsel.

Slide 4 - Diapositive

Mengsel
Zuivere stof

Slide 5 - Question de remorquage

1.1: Opgave 1
Noem tien voorbeelden
van stoffen die je
nu om je heen ziet.

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Stofeigenschappen
  • De eigenschappen van een stof noem je stofeigenschappen.
  • Bijvoorbeeld: kleur, geur, smaak, oplosbaarheid en fase bij kamertemperatuur.
  • Stofconstante zijn stofconstanten met een waarde, zoals smeltpunt en kookpunt.

Slide 8 - Diapositive

Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smaak, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 9 - Quiz

1.1: Opgave 4
Leg uit wat wordt bedoeld met 'stofeigenschap'.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Dichtheid
  • De dichtheid is het aantal gram van 1 cm³ van een stof.
  • Berekeningen doe je met de formule linksboven.

                 

Slide 12 - Diapositive

=
dichtheid
De formule van dichtheid
volume
massa
/
*

Slide 13 - Question de remorquage

Bereken de dichtheid van het blokje.

Slide 14 - Question ouverte

1.1: Opgave 4
a) Omschrijf het begrip 'grootheid'.
b) Omschrijf het begrip 'eenheid'.

Slide 15 - Question ouverte

Zuivere stof of mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is geen stofeigenschap?
A
Fase bij 21 graden
B
Massa
C
Smaak
D
Kookpunt

Slide 17 - Quiz

1.1: Opgave 5
Lees en maak nu opgave 5.

timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Massa = Volume * Dichtheid
Dichtheid = Massa / Volume
Volume = Massa / Dichtheid

Slide 19 - Diapositive

Bereken het volume van een
stukje zilver van 456 gram.
De dichtheid van zilver is 10,49 g/cm³

Slide 20 - Question ouverte

1.1: Opgave 11
Lees en maak nu opgave 11.

timer
3:00

Slide 21 - Diapositive

Symbolen van de elementen
  • Symbolen worden gebruikt in formules bij scheikunde.
  • 36 veel gebruikte symbolen moet je leren dit jaar.
  • Elke les drie elementen om het makkelijker te maken.
  • Lijst staat op pagina 209 van het boek.

Slide 22 - Diapositive

Weet je het nog??
Geef de symbolen van de elementen aluminium, argon en barium (één per regel).

Slide 23 - Question ouverte

Broom
Broom is een chemisch element met het symbool "Br" en atoomnummer 35. Het behoort tot de halogenen in het periodiek systeem, samen met fluor, chloor, jodium en astatine. Broom is een roodbruine vloeistof bij kamertemperatuur, waardoor het het enige niet-metalen element is dat bij kamertemperatuur en atmosferische druk vloeibaar is. Het heeft een sterke, prikkelende geur en is zeer vluchtig. Een belangrijk gebruik van broomverbindingen is in vlamvertragers, vooral in brandvertragende materialen en textiel.

Slide 24 - Diapositive

Cadmium
Cadmium is een chemisch element met het symbool "Cd" en atoomnummer 48. Het behoort tot de overgangsmetalen in het periodiek systeem. Cadmium is een zacht, zilverwit metaal dat enigszins lijkt op zink en kwik. Het is relatief zeldzaam in de aardkorst, maar kan worden gevonden in verschillende mineralen, voornamelijk als een bijproduct van zinkertsen. Cadmium wordt veel gebruikt in de productie van oplaadbare nikkel-cadmium (NiCd) batterijen vanwege het vermogen om elektrische lading op te slaan. 

Slide 25 - Diapositive

Calcium
Calcium is een essentieel chemisch element met het symbool "Ca" en atoomnummer 20. Het behoort tot de alkalimetalen in het periodiek systeem, in groep 2. Calcium is een zacht, zilverwit alkalimetaal. Het staat bekend om zijn cruciale rol in biologische processen en heeft talrijke toepassingen in verschillende industrieën. Calcium is het vijfde meest voorkomende element in de aardkorst en komt voor in verschillende gesteenten. Calciumverbindingen vormen natuurlijk kalksteen, gips, dolomiet en andere mineralen.

Slide 26 - Diapositive

Practicum
Dichtheid

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel.
  • Je leert wat stofeigenschappen zijn.
  • Je leer wat dichtheid is en ermee rekenen.
  • Je leert drie nieuwe symbolen van de elementen: Br, Cd, Ca

Slide 28 - Diapositive

Stel 1 vraag over een onderdeel dat je niet helemaal hebt begrepen.

Slide 29 - Question ouverte

Voor de volgende les
  • LEREN: 1.1: Stofeigenschappen
  • MAKEN: 1.1: Opgave 3, 7, 12, 15
  • LEZEN: 1.2: Veiligheid
  • MAKEN: 1.2: Begrippenlijst 1.2; 1.2: Opgaven: 19, 24, 26

Slide 30 - Diapositive

Wat vond het beste aan deze les en wat vond je het minste?

Slide 31 - Question ouverte