Werkwoordspelling 2 k/m H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Doel: je leert hoe je werkwoorden moet spellen

- Lezen

- Opdrachten maken

- Huiswerk maken

-Afronding

WERKWOORDSPELLING

Werkwoordspelling

Ik ........ Aris bij het station. (zien)

Wat is de goede vervoeging?

1. zag
2. ziet
3. zien
4. ziet

Hij ...... nu geen onvoldoendes gehaald. (hebben)
Wat is de goede vervoeging?

1. heeft
2. heb
3. hebben
4. hadden

....... allemaal je laptop. (pakken)

Wat is de goede vervoeging?

1. pakt
2. pak
3. pakken
4. gepakt

Luiza heeft haar haren ...... (verven)

Wat is de goede vervoeging?

1. geverft
2. gevervt
3. geverfd
4. gevervd

..... jij haar gisteren gezien?
(hebben)
Wat is de goede vervoeging?

1. hadt
2. hadden
3. had
4. hebben

..... daar niet zo te kijken. (staan)

Wat is de goede vervoeging?

1. Staat
2. Staan
3. Stond
4. Sta

Anas is gisteren naar school ..... (zijn)

Wat is de goede vervoeging?

1. gegaan
2. geweest
3. gezijn
4. gewaren

Hij ..... altijd naar school. (lopen)

Wat is de goede vervoeging?

1. loop
2. gelopen
3. liep
4. loopt

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

werd

kookt

gaf

leert

Huiswerk

Dinsdag 2 april

H3 spelling opdr. 5 t/m 7 blz.115-117

5 april (B2M 4 april)

Toets H3 (zie Magister)