Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Even herhalen!

Spelletje!

Er worden vellen papier neergelegd met stukken van een woord. Loop rond en schrijf op elk vel een woord dat je VOOR of ACHTER de woordstukken zou kunnen zetten. 

Nakijken 

Opdrachten 38, 39, 41 en 42

Lesdoelen

• Aan het eind van de les kun je benoemen wat een samenstelling is.
• Aan het eind van de les kun je benoemen hoe je trappen van vergelijkingen maakt
  

Samenstelling

Een combinatie van twee of meer woorden die elk ook los kunnen voorkomen. Het laatste deel van de samenstelling is meestal het belangrijkst voor de betekenis.

Welke samenstellingen
ken je nog meer?

Trappen van vergelijking

1. de stellende trap:           klein

2. de vergrotende trap:        kleiner

3. de overtreffende trap:     kleinst

Hoe schrijf je de trappen van vergelijking?

de stellende trap: zo eenvoudig mogelijk

de vergrotende trap: zet -er of -der achter de stellende trap

de overtreffende trap: zet -st achter de stellende trap

klein - kleiner - kleinst

dapper - dapperder - dapperst

Vul aan:
breed - .... - ....

Vul aan:
weinig - ... - ....

Volgende week SO Over Taal blok 1 t/m 3

Wat moet je kennen?

• Schooltaalwoorden blz. 33
• Schooltaalwoorden blz. 84 (opdr. 34)
• Gebruik alfabet in woordenboek
• Voorvoegsel/achtervoegsel

Aan de slag!

Maak opdrachten 29 t/m 34 --> Over Taal blok 3 (blz 130)