BG3 - Les 1

• Beroepsgericht
• MBO
• Studiejaar 1

welzijn

Begeleidingsmethoden

       Module 4 - Les 1 

Beroepsgericht 3

Thema's in module 4

Les 1 en 2 - Thema: Dagbesteding

Les 1: Wat is dagbesteding?

Les 2: Methodisch begeleiden

Les 3 t/m 5 - Thema: Ondersteuning en begeleiding

Les 3: Begeleiden en begeleidingsstijlen

Les 4: Begeleidingsmethodieken

Les 5: Interventietechnieken

Les 6 t/m 8 - Thema: Conflicthantering

Les 6: Conflicthantering 

Les 7: Omgaan met agressie

Les 8: Onvoorziene crisissituaties

welzijn

Begeleidingsmethoden

Module 1: Participatie in de samenleving

• Hoofdstuk 1: Het belang van participeren
  
• Hoofdstuk 2: De organisatie van de participatiesamenleving
  
• Hoofdstuk 3: Participatievormen
  

Boek: Participatie

Belangrijk

Tijdens de lessen wordt de theorie in grote lijnen besproken. Zorg dat je zelf je boek raadpleegt voor meer verdieping!

Tip: het thema dagbesteding komt terug in meetmoment B1-K1-W4, probeer dus de koppeling voor jezelf hierin te maken!

Daarnaast heb je eind module 4 een toets over de theorie van BG1 en BG3!

Zorg ervoor dat je de theorie eigen maakt!

Waar denk jij aan bij dagbesteding?

Wat is dagbesteding?

Dagbesteding is een levensbehoefte:

Mensen willen en moeten wat te doen hebben

Wat is jouw taak als MZ’er hierin?

Het begeleiden van je cliënten naar en in hun dagbesteding is een belangrijk onderdeel van je taak als MZ’er.

Wat is dagbesteding?

Definitie dagbesteding:

Doelgerichte, zoveel mogelijk zingevende, gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden.

Er zijn verschillende onderdelen van dagbesteding:

Werk, scholing, vrije tijd

Deze onderdelen sluiten aan bij wat nu in de samenleving belangrijk is  participatie

Dagbesteding is voor iedereen verschillend

Vier aspecten:

1. De persoon die aan de dagbesteding meedoet
   Invulling geven aan wensen en behoeften, passend bij mogelijkheden
   
   
2. De aard van de dagbesteding zelf
   Elke vorm heeft zijn eigen kenmerken en eigenschappen
   
   
3. De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt
   De plaats(en) waar de dagbesteding plaats vind. 
   
   
4. De waarde van de dagbesteding
   Welke betekenis heeft de dagbesteding voor iemand
   

Dagbesteding: een leven lang

Als MZ’er help je cliënt bij het invullen van hun dag. Hierbij let je op:

Gedrag > Gedrag kunnen verklaren en waar nodig bijsturen met interventies

Zingeving > De zin van het leven, hoe we ons leven leven

Competenties > Aansluiten bij de mogelijkheden, competentiegroei

Werken > Vrijwilligerswerk, arbeidsmatige dagbesteding

Scholing > Het eigen maken van nieuwe kennis, houding of vaardigheden

Vrije tijd > Structuur aan de dag bieden, vrijetijdsinvulling

Een goede gezondheid bepaalt of je wel of niet kan werken

Ja

nee

Ik vind dat iedereen kan werken in onze maatschappij

ja

nee

Ik vind dat iedereen met een beperking of stoornis naar een dagbesteding moet gaan

Ja

nee

Aan welke behoeften van Maslow wordt er op een dagbesteding aandacht aan besteed?

Dagbesteding richt zich in de praktijk op:

• (re)activeren van mensen;
• Leren van vaardigheden (werk en sociaal);
• Behouden van vaardigheden;
  
• Vergroten en behouden van eigenwaarden;
• Ondersteunen in het leren omgaan met beperkingen;
• Bereiken van een ander doel;
• Voorkomen van overbelasting van mantelzorgers.

Belangrijk: Deze doelen komen ook terug in meetmoment B1-K1-W4!

Hoe kan jij de cliënt(en) nou ondersteunen als het gaat over dagbesteding?

Jij als MZ'er i.c.m. dagbesteding

Speerpunten van deze tijd:

• Eigen verantwoordelijkheid;
  
• Eigen regie voeren;
  
• Beroep doen op eigen netwerk;
  
• ‘zorgen dat’ i.p.v. ‘zorgen voor’.
  

Vanuit empowerment > het stimuleren van cliënten om zelf verantwoordelijkheid te dragen en zelfredzaamheid te tonen, moet de cliënt in staat zijn om zijn zegje te doen.

• Op deze manier kan jij als beroepskracht MZ met een passend zorg- of ondersteuningsaanbod komen

Opdracht

• In het lokaal hangen verschillende vellen met 2 vlakken
• Verdeel jullie in 3 (ongeveer) gelijke groepjes 
• Vlak 1: welke dagbestedingsactiviteiten doen jullie op je stage?
• Vlak 2: welke dagbestedingsactiviteiten mis je op je stage?

Wat betekent intramuraal?

Wat betekent extramuraal?

In een zorginstelling

Zelfstandig wonen

Wat bedoelen we met participatiesamenleving?

Participatiesamenleving

Maatschappij waarin iedereen, binnen de eigen mogelijkheden, verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving en daarin als volwaardig burger mee doet/mee kan doen.

Emancipatie

• Opkomen voor jezelf
  
• Wanneer je geëmancipeerd bent, kijken anderen naar je zoals je bent en wordt je geaccepteerd voor wie je bent.
  

Hoe kan jij de cliënt(en) ondersteunen bij emancipatie?

Ondersteunen bij emancipatie

• Gelijkwaardigheid > Dialoog aangaan, benaderen vanuit mogelijkheden en kansen van de cliënt, wederzijdse communicatie
• Keuzevrijheid > Eigenheid > keuzes kunnen en mogen maken, cliënt daarbij ondersteunen
• Ondersteuning > Flexibiliteit en vraaggericht werken > cliënt is uitgangspunt
• Sociale (ondersteunings-)netwerken > Ervaringsdeskundigheid van de omgeving betrekken, kan helpend zijn bij vraaggericht en flexibel werken
• Respectvolle bejegening > Grondhouding > zelfkennis, kritische (zelf)reflectie, emoties bespreekbaar maken, acceptatie, interesse, inlevingsvermogen, duidelijk grenzen stellen bij jezelf

Sociale inclusie

De insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten.

Het betekent dat de maatschappij zich aanpast, zodat groepen in een achterstandssituatie kunnen meedoen in het reguliere leven.

Koppelen aan ThiemeMeulenhoff

• Klik rechtsboven op je eigen naam en klik op 'groepscode'
• Vul de groepscode in van de docent en klik op 'aanmelden bij de groep' 

Je kunt nu in ThiemeMeulenhoff de wekelijkse opdrachten maken! 

Dit is een goede oefening voor de toets.

Opdrachten ThiemeMeulenhoff

• Ga naar het boek Participatie, module 1
• Klik op hoofdstuk 1: het belang van participeren
• Vervolgens kan je naar de opdrachten en maak je van de verwerkingsopdrachten niveau 3, opdracht 1 t/m 6.