vuurwerk

1 / 19
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 18 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

18

Slide 1 - Vidéo

02:01
Het massapercentage kaliumchloraat in deze "sas" is 62,5%. Hoeveel gram kaliumchloraat zit er in 8g van deze sas? Reken eerst uit op een kladblaadje en geef daarna ALLEEN HET GETAL

Slide 2 - Question ouverte

02:20
Geef het symbool van koper. Let op juist gebruik van hoofdletters!

Slide 3 - Question ouverte

02:35
Wat is het symbool voor Barium? Let weer op de hoofdletters!

Slide 4 - Question ouverte

03:18
Welke stelling is NIET juist:
A
1000 cm3 = 1 L
B
0,25 L = 25 mL
C
1 cm3 = 1 ml
D
1000 cm3 = 1 dm3

Slide 5 - Quiz

04:03
Geef de formule van de stof waterstof. Eventuele 'kleine getallen' mag je als gewoon getal noteren voor nu.

Slide 6 - Question ouverte

04:23
Het knalgas in de ballon bestaat uit 5 liter zuurstofgas en 10 liter waterstofgas. Wat is het volumepercentage zuurstofgas in knalgas? Geef een afgerond getal.

Slide 7 - Question ouverte

06:32
Stel dat we een vuurpijl hebben waarbij tijdens de knal maar liefst 24,5 liter gas ontstaat. De dichtheid van dit gas is 1,26 gram per dm3. Hoeveel gram van het gas is er eigenlijk ontstaan tijdens de knal? Rond af op 2 decimalen

Slide 8 - Question ouverte

08:10
Wat zou de systematische naam zijn voor Fe2O3? Geef de naam zonder spaties of streepjes, en in kleine letters

Slide 9 - Question ouverte

08:10
Voor het sterretjes effect voegt een fabrikant 5,2 massa% ijzer toe aan de 'sas'. Hoeveel gram (!) ijzer moet de fabrikant toevoegen aan 0,25 kg sas? Geef een geheel getal.

Slide 10 - Question ouverte

08:10
Je ziet ook mooie 'sterretjes', ijzerdeeltjes die verbranden:
.. Fe(s) + .. O2(g) --> .. Fe2O3(s)
Geef de drie coëfficiënten voor een kloppende vergelijking. Noteer ze met een streepje ertussen, bijv. 1-2-3

Slide 11 - Question ouverte

08:10
Je ziet ook mooie 'sterretjes', ijzerdeeltjes die verbranden:
.... + O2(g) --> Fe2O3(s)
Welke formule ontbreekt nog voor de pijl? Geef deze formule met toestandsaanduiding tussen haakjes ZONDER spatie

Slide 12 - Question ouverte

04:23
De reactie van het knalgas is:
..(a).. H2 + ..(b).. O2 --> ..(c).. H2O
Welke getallen horen bij A, B en C?
A
a=1 b=1 c=1
B
a=2 b=1 c=2
C
a=1 b=2 c=2
D
a=2 b=1 c=1

Slide 13 - Quiz

04:03
Geef de formule van de stof zuurstof. Eventuele 'kleine getallen' mag je als gewoon getal noteren voor nu.

Slide 14 - Question ouverte

03:18
Bij het verbranden van schietkatoen ontstaan veel gassen. Een van deze gassen is koolstofdioxide. Bij de reactie van net ontstaat eigenlijk maar een klein beetje van dit gas: 4,925 gram. De dichtheid van koolstofdioxidegas is 1,97 g/dm3. Bereken hoeveel dm3 koolstofdioxide er is ontstaan.
A
2,5
B
9,7
C
2,995
D
0,4

Slide 15 - Quiz

03:18
Je ziet hier de nog onvolledige reactievergelijking voor het

1 C12H14O22N6 -> 4 CO2 + 8 CO + ... H2O + ... H2 + ... N2

Welke stof is niet-ontleedbaar?
A
CO
B
H2O
C
H2
D
CO2

Slide 16 - Quiz

03:18
Je ziet hier de nog onvolledige reactievergelijking voor het verbranden van schietkatoen:

1 C12H14O22N6 -> 4 CO2 + 8 CO + ... H2O + ... H2 + ... N2

Sleep de juiste getallen hieronder naar de puntjes om kloppend te maken.
1
2
3
4
5
6

Slide 17 - Question de remorquage

02:01
Zie de reactie tussen lactose en kaliumchloraat:
C12H22O11 + 8 KClO3 --> 12 CO2 + 11 H2O + 8 KCl
Wat is de systematische naam van "KCl"?

Slide 18 - Question ouverte

02:01
Zie de reactie tussen lactose en kaliumchloraat:
C12H22O11 + ... KClO3 --> 12 CO2 + 11 H2O + ... KCl
Welk getal hoort op de puntjes voor een kloppende reactievergelijking!

Slide 19 - Question ouverte