Lezen, Luisteren 1.4 Opbouw en indeling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen 1.4 Opbouw en indeling

• 15 minuten lezen
• Lesdoelen
• Uitleg Lezen 1.4  
• Opdrachten maken
• Evalueren lesdoelen

Lesdoelen

Aan het einde van de les

• kun je drie tekstverbanden noemen en bijbehorende signaalwoorden.
• kun je drie voorbeelden geven van tekststructuren.

Hoe belangrijk vind je het om snel je weg te vinden in een tekst?

Heel belangrijk, want ik wil begrijpen wat ik lees.

Een beetje belangrijk. Ik wil vooral dat lezen mij niet te veel tijd kost.

Niet belangrijk. Dan duurt het maar wat langer.

Wat is jouw voorkennis over tekstverbanden en signaalwoorden?

Eh, wat zijn dat?

Ik heb ervan gehoord, maar kan er niet veel over zeggen.

Ik kan uitleggen wat hiermee wordt bedoeld.

Uit welke delen bestaat een tekst?

Geef in 30 seconden voorbeelden van signaalwoorden.

Lees de volgende inleidende alinea.

Welke tekststructuur zal tekst op de vorige dia hebben?

1. probleem-oplossingsstructuur
2. voor- en nadelenstructuur
3. verleden-heden-toekomststructuur
4. aspectenstructuur

Welk soort signaalwoorden zal de schrijver vooral hebben gebruikt om de belangrijkste verbanden in de tekst aan te geven?

1. reden/argument
2. tegenstelling
3. opsomming
4. conclusie

Lees de volgende inleidende alinea.

Welke tekststructuur zal tekst op de vorige dia hebben?

1. verklaringsstructuur
2. probleem-oplossingsstructuur
3. vraag-antwoordstructuur
4. argumentatiestructuur

Aan de slag

• Maak opdracht 1 t/m 4 van Lezen 1.4

Noem 3 tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden.

Geef 3 voorbeelden van tekststructuren.