1.5 Laag Nederland

Laag Nederland
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Laag Nederland

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 

-Wat betekent Laag Nederland  
- hoe mensen zich in laag Nederland tegen het water beschermen

Slide 2 - Diapositive

Herhaling!

Slide 3 - Diapositive

Wie weet nog wat betekent NAP?
A
Nederlandse avond peil
B
Nationale algemene peil
C
Nieuw Amsterdams peil
D
Normaal Amsterdams peil

Slide 4 - Quiz

Hoe heet deel van Nederland die hoger dan 1 m ligt?

Slide 5 - Question ouverte

Nederland 
Laag Nederland 

meer dan 1 m onder N.A.P 


Slide 6 - Diapositive

Laag Nederland 
Door zee ontstonden stranden en duinen (1) 
De zee was soms sterker en sloeg een 'gat' in de duinen (2) 
Hierdoor stroomde het zee water naar binnen (3) 
Er ontstond een soort waddenzee (4) 
(waar het zeewater bij vloed in stroomde en bij eb weer uit stroomde)


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Soms veranderde de waddenzee in een moeras
Dat waren veengebieden.

Waren de veengebieden fijn om erin te leven?

Vroeger leefde mensen altijd in de strijd met water, hun huizen werden regelmatig overstroomd.

Slide 9 - Diapositive

Veengebied

Slide 10 - Diapositive

Om droge voeten te houden gingen de mensen zich beschermen door terpen en dijken te bouwen.

Slide 11 - Diapositive

Terp

Slide 12 - Diapositive

Dijk

Slide 13 - Diapositive

Op welke manier kunnen de mensen in een gebied zich beschermen tegen hoogwater?

Slide 14 - Question ouverte

Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin

Slide 15 - Quiz

Polder

Een polder is een gebied dat lager ligt dan de zeespiegel. Daarom moet het waterpeil in een polder geregeld worden. 
Vroeger werd het waterpeil geregeld met windmolens. 

Tegenwoordig gebruikt men overal elektrische pompen, gemalen genoemd. 

De gemalen pompen het overtollige water in een rivier of kanaal.


Slide 16 - Diapositive

Er zijn polders die vroeger een meer waren. Voorbeeld is de Beemster. Ze werden drooggemaakt om meer landbouwgrond te krijgen. 

In de 20e eeuw zijn delen van het IJsselmeer drooggemaakt, zo is Flevoland ontstaan. Polders die vroeger een meer waren, noemen we droogmakerijen.

Slide 17 - Diapositive

Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin

Slide 18 - Quiz

Waarvan is Beemster bekend?

Slide 19 - Question ouverte

Andere polders zijn veengebieden geweest. Deze gebieden waren erg drassig. Ze werden ingepolderd om er landbouwgrond van te maken. Eerst werd een dijk aangelegd, daarna groef men sloten om het water af te kunnen voeren. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Hoe heten elektrische pompen waarmee tegenwoordig het waterniveau in de polders wordt geregeld?
A
Gedalen
B
Gemaken
C
Gebalen
D
Gemalen

Slide 25 - Quiz

Een stuk land dat door een dijk omringd is en waar de waterstand door mensen wordt geregeld heet...
A
gemaal
B
terp
C
polder
D
waddenzee

Slide 26 - Quiz

gemaal
polder
NAP
dijken

Slide 27 - Question de remorquage

Schrijf drie dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 28 - Question ouverte

HW
werkboek blz. 52/53

opdr. 1,3,4 en 6

Slide 29 - Diapositive