Hoofdstuk 6 paragraaf 2

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je van communisme?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Waar wonen de meeste Chinezen?
A
Oost China
B
West China

Slide 15 - Quiz

China heeft veel relief daarmee word bedoelt..
A
hoogte verschill
B
bevolking
C
waterlandschappen
D
natuur

Slide 16 - Quiz

In welk gebied in China ontstaat een enorme megastad?
A
in het westen rondom Chengdu
B
langs de Oostchinese Zee
C
in de Parelrivierdelta

Slide 17 - Quiz

Wat weet je over de cultuur van China?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Mensen verven hun haar steeds meer grijs.
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boeven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 19 - Quiz

Door de een-kind-politiek werd dit een groot probleem:
A
Er zijn teveel vrouwen in China, mannen kunnen niet trouwen.
B
Enorme vergrijzing! Te weinig mensen om al het werk te doen.
C
Kinderen zitten met te weinig op school, die moeten sluiten.

Slide 20 - Quiz

Wat was het gevolg van de 1-kind politiek?
A
Er kwamen meer kinderen
B
Er kwamen minder kinderen
C
Er kwamen veel teveel meisjes
D
Er was internationale kritiek op dit beleid

Slide 21 - Quiz

Welke zin past het best als onderschrift bij de foto van bron?
A
Beslissingen kunnen sneller genomen worden
B
China is een democratisch land
C
Overal in China neemt de welvaart snel toe
D
In China zijn de politieke leiders niet blij met gezinnen met 1 kind

Slide 22 - Quiz

Waarom werd de één kind politiek ingevoerd?
A
Er kwamen teveel mensen
B
Er was ruimte gebrek
C
Er kwam voedsel tekort
D
Er was een tekort aan jongens

Slide 23 - Quiz

De grootste bevolkingsgroep in China zijn de Han Chinezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

In welk deel van China wonen de meeste Han-Chinezen?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 25 - Quiz

De traditionele gebieden van de Han-Chinezen nemen geen meerderheid van het land in. Waarom zijn zij toch overheersend?
A
Het gebied van de Han-Chinezen is enorm dicht bevolkt.
B
De Han-Chinezen hebben de meeste grondstoffen.
C
Het klimaat is bij de Han-Chinezen het gunstigst.
D
Door veel bondgenoten konden de rest veroveren.

Slide 26 - Quiz

Hoe probeert de Chinese overheid de Oeigoerse cultuur uit te roeien?
A
Ze worden verbannen uit China
B
De Oeigoeren worden via camera's continu in de gaten gehouden
C
Heropvoedingskampen
D
Door vriendelijk te vragen van cultuur te wisselen

Slide 27 - Quiz

Waar in China wonen de Oeigoeren vooral?
A
Zuidoosten
B
Zuidwesten
C
Noordwesten
D
Noordoosten

Slide 28 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de Oeigoeren?
A
Ze spreken de Turkse taal
B
Ze leven in de provincie Xinjiang, Oost-Turkestan
C
Ze leven van de katoen
D
Boeddhisme als geloofsovertuiging

Slide 29 - Quiz

Over welk onderdeel van de lesstof wil je graag nog wat extra uitleg?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo