2.1 het skelet

Het skelet
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het skelet

Slide 1 - Diapositive

Skelet

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de vier functies van het skelet benoemen
  • Je kunt uitleggen waarom de wervelkolom de dubbele S-vorm heeft
  • Je kunt beschrijven hoe de wervelkolom
    schokken opvangt
  • Je kunt het verschil tussen kraakbeenen been uitleggen.
  • Je herkent onder de microscoop kraakbeen en been
  • Je kunt het verschil benoemen tussen pijpbeenderen en 
platte beenderen

Slide 3 - Diapositive

Functies van het skelet
- Stevigheid
- Beweging
- Vorm
- Bescherming

Slide 4 - Diapositive

Is vorm geven een van de functies van ons skelet?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven,stevigheid,bescherming

Slide 6 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 7 - Quiz

Wat wordt er beschermd door de wervelkolom?
A
Darmen
B
Hersenen
C
Zenuwen
D
Spieren

Slide 8 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 9 - Quiz

Het skelet
Deze onderdelen moet je uit je hoofd kennen!

Slide 10 - Diapositive

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 12 - Question de remorquage

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 13 - Quiz

Hoe heet bot nr 9?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf

Slide 14 - Quiz

Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen

Slide 15 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 16 - Quiz

Noem eens een ander woord voor botten?
A
skelet
B
beenderen
C
geraamte

Slide 17 - Quiz

Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
rug
B
borstkas
C
ruggengraat

Slide 18 - Quiz

veel lijmstof 
weinig lijmstof 

Slide 19 - Diapositive

Dit soort been bevat veel lijmstof
A
pijpbeenderen
B
kraakbeen
C
platte beenderen
D
been

Slide 20 - Quiz

Beenweefsel
Al je botten bestaan hieruit, hard maar ook breekbaar

Beencellen liggen in cirkels rond de bloedvaatjes.

De cellen maken van kalk en lijmstof de stof tussen de cellen


Dit is een bloedvaatje

Slide 21 - Diapositive

Kraakbeenweefsel
Kraakbeen is  flexibel en veert terug in zijn vorm. Het voelt aan als een stukje gum

Er zit kraakbeen in groeischijven tot aan eind puberteit.
Bij volwassenen zit kraakbeentussen de ribben en borstbeen, de tussenwervelschijven, neus en oorschelpen

Slide 22 - Diapositive

Noem 4 plaatsen waar kraakbeen zit bij volwassen mensen

Slide 23 - Question ouverte

Wervelkolom beschermt
  • Dubbele S-vorm
  • Kraakbeenschijven/tussenwervelschijven

Slide 24 - Diapositive

Wervelkolom beschermt
  • Dubbele S-vorm => vangt schokken op
  • Kraakbeenschijven/tussenwervelschijven
Tussenwervelschijven zijn van kraakbeen. Kraakbeen is soepeler dan gewoon bot: je kunt het een beetje indeuken. Hierdoor kan het schokken opvangen

Slide 25 - Diapositive

De wervelkolom werkt als schokdemper door:
A
Dubbele S-vorm
B
Tussenwervelschijven
C
Dubbele S-vorm en de tussenwervelschijven
D
Gewricht

Slide 26 - Quiz

Samenstelling van botten

Botten bestaan uit

- Kalkstof (veel bij oude mensen)
- Lijmstof (veel bij baby's)

Slide 27 - Diapositive

Dit is een afbeelding van...
A
Kraakbeenweefsel
B
Beenweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Spierweefsel

Slide 28 - Quiz

In de botten van oudere mensen zit.....
A
veel lijmstof
B
veel kalk
C
weinig lijmstof
D
weinig kalk

Slide 29 - Quiz