Les 10(HV): Reading + Present Perfect vs past simple
Good Morning everybody!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2
Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Good Morning everybody!
Slide 1 - Diapositive
What's the plan?
- Uitleg Present Perfect
- Reading
Slide 2 - Diapositive
Goals
- I can understand specific information in texts.
-I can use the present perfect and the past simple correctly and know the difference between the two.
Slide 3 - Diapositive
PRESENT PERFECT
Slide 4 - Diapositive
Wanneer Present Perfect?
De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en het nu nog belangrijk of aan de gang is. Er is dus een link tussen toen en nu.
Slide 5 - Diapositive
Hoe maak je de Present Perfect?
Om de present perfect te maken gebruik je:
have / has + past participle (voltooid deelwoord).
De past participleheeft twee vormen.
1 Regelmatig: werkwoord + -ed.
2 Onregelmatig: 3e rijtje onregelmatige ww.
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden
I havewashedthe car. It is clean now.
We feel sick because we have eaten too much.
He has lost his keys. He can’t get into the house.
Slide 7 - Diapositive
We gebruiken de present perfect ook om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en het nu nog steeds zo is.
Slide 8 - Diapositive
Belangrijke tip!
TIP! The signal words that go with the present perfect can be memorised by the words:
For Yet Never Ever Just Always Since (fyne jas)
Slide 9 - Diapositive
Voorbeelden
I have hada headache for two weeks now.
We have lived in this house sinceJanuary.
Slide 10 - Diapositive
Past Simple
= Verleden tijd.
Hoe "maak" je de past simple ook alweer?
Slide 11 - Diapositive
The Past Simple-verleden tijd
Bij regelmatige wwBij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed
Je gebruikt de Past Simple als je zeker
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.
2e rij (Past Simple)
Slide 12 - Diapositive
Signal Words
TIP! The signal words that go with the past simple can be memorised by the word:
lady (last, ago, dates in the past; vb. 1 January 1999, yesterday).