Oefenles KKT2

Oefenles 
voorbereiding 
KKT2
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefenles 
voorbereiding 
KKT2

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je leren? 
Producten (Boek deel 3 Hfdst 1 t/m 4)
Pathologie en Huidafwijkingen (Bakens)
Apparatuur (Boek deel 3 Hfdst 7 t/m 13)
Bloed en lymfe
Zenuwstelsel
Endocrien

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaat het leren bij jou?

Slide 3 - Carte mentale

Heb je nog vragen?

Slide 4 - Question ouverte

timer
1:00
Wat zijn efflorecenties?

Slide 5 - Carte mentale

Wat zijn ziekteverwekkers?
A
Schimmels
B
Virussen
C
Parasieten
D
Bacteriën

Slide 6 - Quiz

timer
2:30
Bulla
Cicatrix
Blaar
Cyste
Erytheem/Rubor
Crusta
Litteken
Korst
Holte
Roodheid

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is een holte tussen de lagen van de opperhuid of lederhuid gevuld met vocht/bloed en groter dan 1 centimeter?

A
Blaasje
B
Blaar
C
Zwelling
D
Korst

Slide 8 - Quiz

Papel
Huidverhevenheid
Urtica
Kwaddel
Galbult
Pustel
Puist

Slide 9 - Question de remorquage

Door welke ziekteverwekker wordt zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virus

Slide 10 - Quiz

Door welke ziekteverwekker wordt een wrat veroorzaakt?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virus

Slide 11 - Quiz

Weet jij huidafwijkingen die ontstaan door een virus?

Slide 12 - Carte mentale

Wat is Gordelroos?

Slide 13 - Question ouverte

Schurft wordt veroorzaakt door...
A
bacteriën
B
virussen
C
parasieten
D
insecten

Slide 14 - Quiz

Schurft wordt veroorzaakt door...
A
bacteriën
B
virussen
C
parasieten
D
insecten

Slide 15 - Quiz

Welk apparaat geeft men bij voorkeurbij een behandeling van een gedehydrateerde huid?  
A
koeldampapparaat
B
infraroodbestraling
C
gezichtsvibrator
D
borstelapparaat

Slide 16 - Quiz

Wat voor een apparaat is een borstelapparaat?
A
Hydro
B
Mechano
C
Manueel
D
Elektro

Slide 17 - Quiz

Wanneer mag je geen borstelapparaat gebruiken?
A
Vochtarme huid
B
Een huid met trage doorbloeding
C
Actieve acne
D
Vette huid

Slide 18 - Quiz

Wat is een kation?
A
Negatief geladen ion
B
Een atoom
C
Een molecuiul
D
Positief geladen ion

Slide 19 - Quiz

Wat betekent de eenheid Watt?
A
spanning
B
ontspanning
C
stroomsterkte
D
vermogen

Slide 20 - Quiz

Hoe noemt je het kleinste deeltje van een samengestelde stof dat nog de eigenschappen van die stof vertoont ?
A
Een atoom
B
Een papil
C
Een element
D
Een molecuul

Slide 21 - Quiz

Wanneer je natuurlijke zeep gebruikt met hard water dan.....
A
komt er veel schuim
B
komt er weinig schuim
C
krijg je vlekken
D
bleekt het

Slide 22 - Quiz

Waar of niet waar? Een vloeistof met Ph1 is een sterk zuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Waar of niet waar? Een vloeistof met Ph1 is een sterk zuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat heeft een verwekende werking?
A
Een base
B
Een zuur
C
Een zout

Slide 25 - Quiz

Wat is de werking van een emulgator?
A
Scheiden van 2 stoffen
B
Scheiden van meerdere stoffen
C
Verbinden van stoffen die niet mengen
D
Oplossen van stoffen

Slide 26 - Quiz

Als een stof overgaat van vast naar een gas dan heet dat?
A
Condenseren
B
Sublimeren
C
Rijpen
D
Smelten

Slide 27 - Quiz

Hoe tevreden ben je over je kennis?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Slide 29 - Diapositive