Kennismakingsles

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + minicheck
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Je krijgt van de docent 2 blaadjes. 

Laat deze nog even op je tafel liggen. 

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- ken je de words van lesson 1.1; 

   Nederlands - Engels & Engels-Nederlands. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht ... t/m ... op blz. ... t/m ....

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Vertaal naar het Nederlands:
quiet

Vertaal naar het Nederlands:
the same

Vertaal naar het Engels:
bril

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig de woordzoeker. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen woord 1 t/ 5

Vertaal naar het Engels:
verhaal

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

vertaal de Nederlandse woorden en zoek de Engelse vertaling in de woordzoeker. 

De rest doet mee met de instructie!

4. Instructie

Lees mee met de Words op de volgende dia. 

baking

often

joke

glasses

twins

tweeling

bakken

grapje

bril

vaak

Opdracht:

de woorden staan in het Nederlands onder de woordzoeker. 

Kijk naar de vertaling en zoek het Engelse woord in de woordzoeker. 

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les ..., blz. .. t/m .., opdr. woordzoeker --> namen lln

B: les ..., blz. .. t/m .., opdr. woordzoeker --> namen lln

I: les ..., blz. .. t/m .., opdr. woordzoeker --> namen lln 

Ben je klaar?

Kijk de opdrachten na + verbeter waar nodig. 

Daarna zet je de WORDS + phrases van unit 1 in WRTS en oefen je deze.   

7. Evaluatie

 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Vertaal naar het Nederlands: clever

Vertaal naar het Nederlands: cook

Vertaal naar het Engels: alles

Vertaal naar het Engels: pet

Ik ken de words van lesson 1.1

ja

nee

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

V: woordzoeker

B: woordzoeker

I: woordzoeker

Toetsen: 

...

...

Afsluiting

Ruim je spullen van EN op.

Volgende lesuur: ....................