2.2 Optellen en aftrekken

Welkom
Paragraaf 2.2 Rekenen met negatieve getallen
Leg bladzijde 99 voor je open.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Paragraaf 2.2 Rekenen met negatieve getallen
Leg bladzijde 99 voor je open.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Lesdoelen
  • Uitleg:
       -  Rekenen met negatieve getallen (2 lessen)


  • Zelfstandig werken: zonder rekenmachine!





Slide 2 - Diapositive

Welk teken moet hiertussen?

27,5 ..... -72,5
A
<
B
>
C
=

Slide 3 - Quiz

Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen -9 graden en 7 graden
A
-16
B
-2
C
2
D
16

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen 2.2
  • Je kunt het verschil in temperatuur berekenen (les 1)

  • Je kunt bij een negatief getal een getal optellen of aftrekken (les 2)

Slide 5 - Diapositive

Getallijn

Slide 6 - Diapositive

Tekens > , < , =

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil 
tussen de thermometers?
Aanpak:
  • Je telt van −5 °C naar 0 °C. Dat is gelijk aan 5.
  • Daarna tel je van 0 °C naar 8 °C. Dat is gelijk aan 8.
  • Daarna tel je deze getallen bij elkaar op: 5 + 8 = 13.
  • Het temperatuurverschil tussen de thermometers is 13 graden.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen thermometer 3 en 4?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 3?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 4?

  • Wat is het verschil tussen de thermometers?

Slide 9 - Diapositive

Je kan het!
Even oefenen

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel graden is het verschil tussen -4 graden en 21 graden
A
4 graden
B
17 graden
C
25 graden
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

Het Nederlandse kouderecord staat op -27 graden
Het Nederlandse warmterecord staat op 41 graden
Hoeveel graden is het verschil?
A
26 graden
B
14 graden
C
68 graden
D
-14 graden

Slide 12 - Quiz

De temperatuur 's ochtends is -6 graden.
In de middag is het 5 graden warmer.
Wat is de temperatuur?
A
-5 graden
B
-1 graden
C
1 graden
D
11 graden

Slide 13 - Quiz

Aan de slag met 2.2
Deze les maak je alleen opgave 19, 20, 21, 23, 27, 28, 31.
(vanaf bladzijde 99) Je maakt dus alles op je strookje tot het rode streepje.

Je mag samenwerken.

Klaar = nakijken.

Slide 14 - Diapositive

Uitleg theorie les 2

Slide 15 - Diapositive

Optellen en eraf halen zonder getallenlijn
Opgave:
Bereken -8 + 12

Aanpak:
  • Ga eerst van -8 naar de 0
  • Je hebt dan 8 stappen vooruit gedaan van de 12 stappen.
  • Je houd dan nog 4 stappen over.    -8 + 12 = 4

Slide 16 - Diapositive

Optellen en afhalen zonder getallenlijn
Opgave:
Bereken 14 - 19

Aanpak:
  • Ga eerst van 14 naar de 0
  • Je hebt dan 14 stappen achteruit gedaan van de 19 stappen.
  • Je houd dan nog 5 stappen over.    14 - 19 = -5

Slide 17 - Diapositive

Optellen en afhalen zonder getallenlijn
Opgave:
Bereken -3 - 12

Aanpak:
  • Ga 12 stappen achteruit
  • -3 - 12 = -15

Slide 18 - Diapositive

-8 + 3 =
A
11
B
-5
C
5
D
-11

Slide 19 - Quiz

-1 - 1 =
A
0
B
1
C
2
D
-2

Slide 20 - Quiz

Moeilijk: -4 -- 6 =
A
10
B
2
C
6
D
-10

Slide 21 - Quiz

Aan de slag met 2.2




Maken: opdracht 32, 35, 37, 40, 42, 44, 46 en 47.

(bladzijde 105 / 106)


Zelfstandig of op fluistertoon met buurman/buurvrouw


Klaar = werk nakijken



Slide 22 - Diapositive