Rekenen Domein 1 getallen

Rekenen 

Tekst
Domein 1 Getallen 
Phyllis Roelvink & Wieteke Hendriks 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Rekenen 

Tekst
Domein 1 Getallen 
Phyllis Roelvink & Wieteke Hendriks 

Slide 1 - Diapositive

Waar gaan we het deze les over hebben? 
Hfs 1: Structuur van getallen 
Hfs 2: Bewerkingen 
Hfs 3: Decimale en negatieve getallen 
Hfs 7: Breuken 
Hfs 8: Praktisch rekenen 

Slide 2 - Diapositive

hfs 1: structuur van getallen 
- Getallen met meerdere betekenissen 
- Waarden van een getal
- Grote getallen 
- Manieren van getallen ordenen (getallenlijn/ tekens) 
- Decimaal (getal achter de komma)
- negatieve getallen (kleiner dan 0) 


Slide 3 - Diapositive

60 duizend
6 miljoen
0,6 miljoen
6 miljard
6 duizend
60.000
6.000.000
600.000
6.000.000.000
6.000

Slide 4 - Question de remorquage

Grote getallen
Handig om te onthouden: 

- eerst OEN dan ARD 
- elke stap is 3 nullen erbij 
- eerst de woorden dan het aantal nullen 

Slide 5 - Diapositive

Hfs 2: Bewerkingen 
- Optellen 
- Aftrekken
- vermenigvuldigen 
- Delen 
-Machtsverheffen, wortels 
&
Volgorde van bewerkingen 

 

Slide 6 - Diapositive

Breken deze som:
(5-2)x6 tot de macht 2 :2=

Slide 7 - Question ouverte

2 Manieren voor: optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. 
Kolomsgewijs: stapje voor stapje 
Traditioneel:  Wegstrepen en bijvoegen 

Voorbeeld:

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

2 manieren voor: Delen 
Kolomsgewijs:  
staartdelen

Slide 10 - Diapositive

Macht en wortel 

Slide 11 - Diapositive

Hfs: 3
Decimale en negatieve getallen 
- Optellen en aftrekken met decimale getallen 
- Vermenigvuldigen 
- Delen 
- Afronden 
- Optellen en aftrekken met negatieve getallen

Slide 12 - Diapositive

Optellen en aftrekken met decimale getallen 
Traditioneel: Wegstrepen en bijvoegen 

Precies hetzelfde als in hfs 2 alleen deze keer met een komma getal. 

Slide 13 - Diapositive

1586,26 + 322,55
Zet de getallen onder elkaar en reken uit

Slide 14 - Question ouverte

Vermenigvuldigen met decimale getallen 
Vermenigvuldigen met 10/100/1000 -> komma zoveel plaatsen naar rechts als het nullen heeft. 

Vermenigvuldigen met 0,1/0,01/0,001 -> komma zoveel plaatsen naar links als het nullen heeft. 

Voorbeeld: 36,257 x 100 = 3625,7 
Voorbeeld: 312,67 x 0,01 = 3,1267




Slide 15 - Diapositive

Delen met decimale getallen 
Delen met 10/100/1000 -> komma zoveel plaatsen naar links als het nullen heeft.
Delen met 0,1/0,01/0,001 -> komma zoveel plaatsen naar rechts als het nullen heeft. 

Een komma getal delen door een komma getal doe je op dezelfde manier als in hfs 2 -> kolomsgewijs of staartdelen. 

Slide 16 - Diapositive

Afronden
Afronden doe je door te kijken naar het eerstvolgende decimale getal

Met geld net even anders:  
5,20-> 
5,21 / 5,22 = 5,20 
5,23 / 5,24 = 5,25 
5,25 
5,26 / 5,27 = 5,25 
5,28 / 5,29 = 5,30 

Slide 17 - Diapositive

optellen en aftrekken met negatieve getallen



positief (+) · positief (+) = positieve uitkomst (+)
negatief (-) · negatief (-) = positieve uitkomst (+)
positief (+) · negatief (-) = negatieve uitkomst (-)
negatief  (-) · positief (+) = negatieve uitkomst (-)

Goed opgelet? 

Slide 18 - Diapositive

-6 + 4 =
A
-2
B
3
C
2
D
-1

Slide 19 - Quiz

-32 - 31=
A
1
B
-1
C
63
D
-63

Slide 20 - Quiz

Hfs: 7 
Breuken

- Breuken verkennen 
- Breuken vergelijken
- Optellen en aftrekken 
- Vermenigvuldigen en delen 
- Breuken, decimale getallen en verhoudingen 

Slide 21 - Diapositive

Verplaats de onderstaande uitspraken naar het juiste vak aan de zijkant
Juist
Onjuist
Een kwart = 1/4 
De helft = 1/2 
Anderhalf = 1. 1/3 
driekwart = 3/4 

Slide 22 - Question de remorquage

Breuken vergelijken 
Om een breuk te vergelijken moet hij gelijknamig zijn, dat betekend dat de noemer (het onderste getal) een getal moet zijn die je kan vermenigvuldigen met beide noemers.  
Voorbeeld:  1/4 is gelijk aan 2/8 

Je kan een breuk vereenvoudigen of vergroten door de teller en de noemer met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. 

Slide 23 - Diapositive