Possessive 's GROEN

English
Topic: possessive 's (bezit met 's)

Goals: 
I recognize the 's in a simple sentence
I can form a correct possessive sentence with 's
I know the difference between 's & '
I can form a correct possessive sentence with '
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

English
Topic: possessive 's (bezit met 's)

Goals: 
I recognize the 's in a simple sentence
I can form a correct possessive sentence with 's
I know the difference between 's & '
I can form a correct possessive sentence with '

Slide 1 - Diapositive

Let us meet the possessive 's

Slide 2 - Diapositive

In welke zin wordt een 'possessive 's' gebruikt?
A
My parents live in a large house.
B
He's my best friend.
C
Mary's dog can run very fast.
D
Thomas works as a bus driver.

Slide 3 - Quiz

In welke zin wordt een 'possessive 's' gebruikt?
A
Eve's sick today, she won't come to school.
B
Mandy's car was stolen last night.
C
Joan has got a cat.
D
Dad's not home from work yet.

Slide 4 - Quiz

The rule
Om bezit van één persoon, dier of land aan te geven, gebruik je in het Engels ‘s

Tom’s house is big.

The cat’s tail is fluffy.

Tess’s bag is red.

Italy’s flag is red, white and green.

Slide 5 - Diapositive

Tip: dit is de juiste knop voor de ' op een chromebook
Druk hem 1x in, gebruik dan een spatie en voila. :) 

Slide 6 - Diapositive

Let's practise!
'De auto van John'
Hoe zeg je dat in het Engels, met een 's? (om je te helpen: auto = car)

Slide 7 - Question ouverte

Let's try one more time!

Slide 8 - Diapositive

Vertaal: 'de hond van Nora'
(hond = dog)

Slide 9 - Question ouverte

Well done!
We hebben het net over het bezit van één persoon/dier/land gehad.

Laten we doorgaan naar de meervouden!

Slide 10 - Diapositive

Find out the rule
Kijk naar het plaatje hiernaast. 

Dogs = ?
Dog's = ?
Dogs' = ?

Slide 11 - Diapositive

The rule - 2
Kijk naar het plaatje hiernaast. 

Dogs = Hond in het meervoud: honden.
Dog's = Bezit van 1 hond
Dogs' = Bezit van meer dan 1 hond

Slide 12 - Diapositive

The rule - 3
Om bezit van meerdere personen of dieren aan te geven, gebruik je alleen ‘
De het meervoud moet al wel eindigen op een s.
My parents’ house is big.
My cats’ tails are fluffy

Als het meervoud niet eindigt op een s, gebruik je gewoon ‘s
The children’s school is big. 
The women’s toilets are over there.

Slide 13 - Diapositive

In welke zin wordt correct het bezit van méér dan 1 persoon of dier aangegeven?
A
The lion's claws are sharp
B
The lions claws are sharp
C
The lions' claws are sharp
D
The claws of the lion are sharp

Slide 14 - Quiz

In welke zin wordt correct het bezit van méér dan 1 persoon of dier aangegeven?
A
My daughters favourite tv series is Winx Club
B
My daughter's favourite tv series is Winx Club
C
My daughters' favourite tv series is Winx Club
D
The favourite tv series of my daughters' is Winx Club

Slide 15 - Quiz

In welke zin wordt correct het bezit van méér dan 1 persoon of dier aangegeven?
(om je te helpen: het meervoud van mouse = mice)
A
The cat found the mices babies
B
The cat found the mice babies
C
The cat found the babies of the mice
D
The cat found the mice's babies.

Slide 16 - Quiz

Bezit met ... of ...
Om bezit van een ding aan te geven, gebruik je … of … 

The screen of the laptop.
The zipper of the bag.
The leg of the table.

Slide 17 - Diapositive

Recap!
Bezit van één persoon / dier / land: 's 
-Levi's sister is nice.
-Germany's flag is black, yellow and red
-Chris's  car was cheap. 

Bezit van meer dan één persoon of dier: '
-The boys' club won the competition.
-My parents' favourite food is pasta.

! Als er geen -s achter het originele mv staat: !
-The children's parents work a lot. 

Slide 18 - Diapositive

Ik vind dit onderwerp nog lastig en zou later nog graag extra uitleg willen.
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage

Evaluatie!
We gaan kijken of je de doelen van vandaag behaald hebt.

Slide 20 - Diapositive

I recognize the 's in a simple sentence
(ik kan de 's herkennen in een makkelijke zin)
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

I can form a correct possessive sentence with 's
(Ik kan een correcte zin maken, waarin ik bezit aangeef met 's)
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

I know the difference between 's & '
(Ik ken het verschil tussen 's & ')
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

I can form a correct possessive sentence with '
(Ik kan een correcte zin maken, waarin ik bezit aangeef met ')
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage