Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Tekstdoelen
Slide 1 - Diapositive
OPDRACHT
Geef bij elke tekst/zin aan bij welk tekstdoel het hoort.
Slide 2 - Diapositive
Zin 1: Abonneer je op de krant en ontvang een gratis iPad.
A
Amuseren
B
Activeren/overhalen
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 3 - Quiz
Tekst 2: ik ben niet in de wolken ik zit erbovenop en de grijze op mijn gezicht verraadt het feestje in mijn kop.
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen
Slide 4 - Quiz
Tekst 3: 'We will rock you' is echt het beste nummer ooit! Luister eens naar dit lied! Hoe cool is dit nummer?!
A
Amuseren
B
Activeren
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 5 - Quiz
Tekst 4: Pak eerst de bezem, veeg dan de winkel en gooi ten slotte alle rommel in de kliko.
A
Amuseren
B
Informeren
C
activeren
D
Overtuigen
Slide 6 - Quiz
Tekst 5: Je kunt beter gaan voetballen, want er zijn veel meer rijke en goede voetballers dan wielrenners.
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Amuseren
D
Informeren
Slide 7 - Quiz
Zin 6: Wees geen domme gans, steun de Dierenambulance.
A
Amuseren
B
Activeren/ overhalen
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 8 - Quiz
Zin 7: Nederland behaalde op de Olympische Winterspelen in 2018 twintig medailles.
A
Overtuigen
B
Activeren
C
beschouwen
D
Informeren
Slide 9 - Quiz
Wat is het tekstdoel van...
een handleiding?
A
beschouwen
B
informeren
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 10 - Quiz
Wat is het tekstdoel van...
een cabaretstuk?
A
Informeren
B
informeren
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 11 - Quiz
Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
informeren
Overtuigen
Amuseren
Slide 12 - Question de remorquage
Welke leesstrategie?
Je krijgt een werkblad met vier leesstrategieën.
Overleg met elkaar waar de kaartjes horen.
Slide 13 - Diapositive
Wanneer je snel wil vaststellen of een tekst bruikbaar is, dan lees je:
A
globaal
B
kritisch
C
zoekend
D
intensief
Slide 14 - Quiz
Wanneer je de tekst goed wil begrijpen, dan lees je:
A
kritisch
B
globaal
C
zoekend
D
intensief
Slide 15 - Quiz
Wanneer je zoekt naar bruikbare informatie, dan lees je:
A
kritisch
B
globaal
C
zoekend
D
intensief
Slide 16 - Quiz
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.
globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
lerend lezen
Slide 17 - Question de remorquage
De leesstrategie waarbij je de titel, inleiding, tussenkopjes en bron leest en de plaatjes bekijkt, noemen we
A
lerend lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
D
globaal lezen
Slide 18 - Quiz
Bij welke strategie maak je een samenvatting?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
lerend lezen
Slide 19 - Quiz
Met welke leesstrategie begin je als je een tekst voor je krijgt?
A
globaal lezen
B
intensief lezen
C
zoekend lezen
D
lerend lezen
Slide 20 - Quiz
Welke van de strategieën is geen leesstrategie?
A
Intensief lezen
B
lerend lezen
C
Onderzoekend lezen
D
globaal lezen
Slide 21 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je? Je probeert een programma te vinden in een tv-gids.
A
globaal
B
intensief
C
zoekend
D
lerend
Slide 22 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je? Je leest een tekst waar je vragen over moet beantwoorden.
A
globaal
B
intensief
C
zoekend
D
lerend
Slide 23 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je? Je gebruikt een hoofdstuk uit een geschiedenisboek om je voor te bereiden op een proefwerk.
A
intensief
B
globaal
C
zoekend
D
lerend lezen
Slide 24 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je om de betrouwbaarheid te beoordelen?