• de functies van de inleiding en het slot van een tekst benoemen;
• vaststellen of informatie bruikbaar is.
Programma
Theorie betoog, subjectieve informatie, objectieve informatie, functies inleiding, slot, informatie op internet
Slide 2 - Diapositive
Leg het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie uit.
Slide 3 - Question ouverte
Objectieve informatie
- neutraal
- feiten
- encyclopedie (Wikipedia)
- nieuwsbericht
- kun je controleren
- lezer mag verwachten dat het waar is
Slide 4 - Diapositive
Subjectieve informatie
- mening
- overtuigen (betoog)
- kun je niet controleren
- je hoeft het er niet mee eens te zijn
Slide 5 - Diapositive
Betoog
In een betoog geeft de schrijver zijn mening (= subjectieve informatie). Zijn mening licht hij die toe met argumenten. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat zijn mening juist is.
Voorbeelden van betogen zijn: ingezonden brief, boekbespreking, filmrecensie.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Indeling betoog
Veel betogen hebben een driedeling:
• inleiding: de schrijver formuleert zijn mening;
• kern: hij geeft argumenten voor zijn mening;
• slot: hij trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.
Slide 10 - Diapositive
Subjectieve informatie
In een betoog zit altijd subjectieve informatie. De mening die de schrijver verdedigt, is altijd subjectief. De argumenten kunnen zowel subjectief als objectief zijn.
vb: Alle leerlingen mogen spiekbriefjes gebruiken bij toetsen.
Argumenten:
subjectief - Het is fijn als je je antwoord nog even kunt checken.
objectief - De cijfers zullen hoger zijn.
Slide 11 - Diapositive
Uiteenzetting
Gebaseerd op feiten en heeft als doel de lezer te informeren over een bepaald onderwerp. De schrijver legt iets op een neutrale manier uit. Er komt geen mening van de schrijver in voor, maar wel kunnen er meningen van anderen in staan. Je kunt het zien als een meer uitgebreide versie van een informatieve tekst. Naast puur informatie geven is de schrijver ook bezig met uitleggen, beschrijven en verklaren. Voorbeelden van uiteenzettingen zijn schoolboekteksten, zakelijke brieven en verslagen.
Slide 12 - Diapositive
Leg het verschil tussen een betoog en een uiteenzetting uit.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Doen
We kijken eerst samen naar opdracht 8 van 3.3 Lezen.
Slide 18 - Diapositive
Doen
We kijken samen naar opdracht 9 A t/m C van 3.3 Lezen.
Slide 19 - Diapositive
Doen
We kijken samen naar opdracht 10 van 3.3 Lezen.
Slide 20 - Diapositive
Doen
We kijken tot slot samen naar opdracht 11 van 3.3 Lezen.
Slide 21 - Diapositive
Doen
We kijken tot slot samen naar opdracht 12 B, C, F, G van 3.3 Lezen.