5.2 Chromosomen

5.2 Chromosomen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2 Chromosomen

Slide 1 - Diapositive

5.2 Leerdoelen 
1. Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
2. Je kunt aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen
3. Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat. 

Slide 2 - Diapositive

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor dezelfde 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 3 - Diapositive

Chromosomen
Een mens heeft dus 46 chromosomen. 
Chromosomen komen in paren voor, een mens heeft dus 23 paar chromosomen. 

Slide 4 - Diapositive

Chromosomen van de mens
Chromosomen paren

Slide 5 - Diapositive

De 46 chromosomen van een mens

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Autosomen/ geslachtschromosomen
Geslachtschromosomen: het chromosomenpaar dat het geslacht bepaalt XX, XY bij mensen.

Autosomen: alle andere chromosomen.

Slide 8 - Diapositive

Vrouw XX
Man XY

Slide 9 - Diapositive

Chromosomen
Een chromosoom bevat informatie voor een of meerdere erfelijke eigenschappen. De eigenschap die vastligt op het chromosoom noem je gen.







Slide 10 - Diapositive

Gen
Gen is een stukje DNA wat informatie voor een eigenschap bevat.
Er kunnen verschillende variaties zijn van een gen (allelen). Zoals gen: sproetjes (allel: wel of niet) 

Slide 11 - Diapositive

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Wat is een chromosoom?
(meerdere antwoorden goed)
A
Slierten DNA in het cytoplasma
B
Slierten DNA in de celkern
C
Bevat 1 gen
D
Bevat meerdere genen

Slide 14 - Quiz

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen
C
Autosomen

Slide 15 - Quiz

Wat voor verschil zie je tussen deze twee afbeeldingen?

Slide 16 - Question ouverte

Een meisje heeft XX
Een jongen heeft XY

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel chromosomen heeft de mens?

Slide 18 - Question ouverte

Een levercel van een struisvogel bevat 80 chromosomen. Hoeveel chromosomenPAREN bevat een huidcel van deze struisvogel?

Slide 19 - Question ouverte

Waar vindt meiose plaats in het lichaam?
1. In de spieren
2. in de zaadballen
A
1. wel meiose 2. geen meiose
B
1. wel meiose 2. wel meiose
C
1. geen meiose 2. wel meiose
D
1. geen meiose 2. geen meiose

Slide 20 - Quiz