Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
A1 - A2 Trappen van vergelijking
vergelijken - de stellende en vergrotende trap
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
vergelijken - de stellende en vergrotende trap
Slide 1 - Diapositive
klein - kleiner aardig - aardiger
Je kunt woorden gebruiken om dingen of mensen met elkaar te vergelijken. Je kijkt dan of er verschillen zijn.
Meestal zet je
-er
achter het woord.
mooi - mooi
er
lang - lang
er
klein - klein
er
Slide 2 - Diapositive
Let op!
Is de laatste letter een -r? Dan schrijft je -
der
achter het woord zoals bij:
Lekker - lekker
der
en duur
-
duur
der
Let ook goed op de lange en korte klank. Kort blijft kort en lang blijft lang.
Krom - krommer
Laag - lager
Slide 3 - Diapositive
Sommige woorden zijn onregelmatig.
Bijvoorbeeld:
graag - liever
goed - beter
veel - meer
weinig - minder
Omar voetbalt
graag
buiten, maar Mike speelt
liever
binnen.
Slide 4 - Diapositive
weet je nog? Een snoepje is lekker, maar chocola is.....
Slide 5 - Question ouverte
brood is gezond, maar groente is.....
Slide 6 - Question ouverte
Een komkommer is krom, maar een banaan is....
Slide 7 - Question ouverte
De groene jurk is mooi, maar de zwarte jurk is ......
Slide 8 - Question ouverte
Ik heb veel zin in het weekend, maar ik heb nog ....... zin in de vakantie.
Slide 9 - Question ouverte
Ibrahim heeft weinig geld, maar Bilen heeft nog .......
Slide 10 - Question ouverte
De keuken is vies, maar de badkamer is nog ......
Slide 11 - Question ouverte
Groter dan - even groot
Twee mensen of dingen met elkaar vergelijken en er is een verschil? Gebruik het woordje
dan
.
Kijk naar de zinnen hieronder, wat is het verschil tussen zin 1 en 2?
Omar is
ouder dan
Ahmed.
Het zusje van Omar is
klein
, maar het zusje van Ahmed is
kleiner
.
Slide 12 - Diapositive
Is er geen verschil in de vergelijking?
Je gebruikt het woord
even
.
Eslam en Yakeen voetballen
even goed
.
Mateusz en Natnael zijn
even groot
.
Dagmara en Saba schrijven
even netjes
.
Slide 13 - Diapositive
Niels zingt goeder dan Karel
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Eva en Linda spreken even duidelijk Nederlands.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Anton eet veel dan Sofia
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Gisteren ging het beter dan vandaag.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Julia en Erin zingen even goed
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
vergelijken - de stellende, vergrotende en
overtreffende
trap
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Het leukst
Weet je het nog?
Je kunt mensen en dingen vergelijken door de vergrotende trap: Kees is
langer
dan
Jan.
Je kunt ook op een andere manier vergelijken: met de overtreffende trap:
Nederlanders zijn
het
la
ngst
.
Slide 21 - Diapositive
'Het' ervoor en '-st' erachter
Nog een paar voorbeelden:
Klein - klein
er
-
het
klein
st
Groot - grot
er
-
het
groot
st
Stil -stil
ler
-
het
stil
st
Donker - donkerd
er
-
het
donker
st
Slide 22 - Diapositive
Deze regel geldt ook bij de
onregelmatige woorden:
graag - liever - het liefst
goed - beter - het best
veel - meer - het meest
weinig - minder - het minst
Slide 23 - Diapositive
groot - groter - grootst
Jij bent groot.
Ik ben grot
er
.
Hij is
het
groot
st
.
Ik ben
groter dan
jij (bent).
Jij bent
even groot
als ik (ben).
Slide 24 - Diapositive
Dit is een voorbeeld.
Schrijf de trappen van vergelijking van:
klein
klein - kleiner - het kleinst
Slide 25 - Diapositive
Schrijf de trappen van vergelijking op van: leuk
Slide 26 - Question ouverte
Schrijf de trappen van vergelijking op van: gek
Slide 27 - Question ouverte
Een auto gaat ......... een fiets.
Slide 28 - Question ouverte
Een dorp is ........ een stad.
Slide 29 - Question ouverte
Een gram is ........ een kilo.
Slide 30 - Question ouverte
Bedenk zelf woorden. Gebruik
even.
Bijvoorbeeld:
Mohamed en Mohammad zijn .........
even oud.
Slide 31 - Diapositive
De kast en de tafel zijn ..........
Slide 32 - Question ouverte
Ik vind blauw en rood ............
Slide 33 - Question ouverte
De leerlingen zijn ...........
Slide 34 - Question ouverte
Slide 35 - Vidéo
Slide 36 - Vidéo
Uitleg: trappen van vergelijking
net zo leuk
als
leuk
er
dan
het leuk
st
Slide 37 - Diapositive
Schrijf de trappen van vergelijking
van: lief
Slide 38 - Question ouverte
Schrijf de trappen van vergelijking
van: goed
Slide 39 - Question ouverte
Schrijf de trappen van vergelijking
van: zwaar
Slide 40 - Question ouverte
Schrijf de trappen van vergelijking
van: weinig
Slide 41 - Question ouverte
Schrijf de trappen van vergelijking
van: graag
Slide 42 - Question ouverte
Schrijf de trappen van vergelijking
van: veel
Slide 43 - Question ouverte
https:
Slide 44 - Lien
https:
Slide 45 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
Bijzondere trappen van vergelijking
Juin 2020
- Leçon avec
16 diapositives
par
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
A1 - A2 Trappen van vergelijking
Février 2023
- Leçon avec
41 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
les 10. Trappen van vergelijking
Mars 2024
- Leçon avec
40 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 - A2 Trappen van vergelijking
Octobre 2023
- Leçon avec
52 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
les 10. Trappen van vergelijking
Mars 2024
- Leçon avec
40 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
trappen van vergelijking
Juin 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Ria bijles trappen van vergelijking.
Septembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 45 HV1C/HV1F 4-7 november 2024
Novembre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1