Taal samengestelde zinnen groep 8

Op welke 3 manieren kan je de persoonsvorm vinden?
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Op welke 3 manieren kan je de persoonsvorm vinden?

Slide 1 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
'Ik ga altijd op vakantie naar Portugal.'
A
ik
B
ga
C
Portugal
D
vakantie

Slide 2 - Quiz

Hoe kan je het onderwerp in een zin vinden?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het onderwerp in deze zin?
'Ik ga altijd op vakantie naar Portugal.'
A
ik
B
ga
C
vakantie
D
Portugal

Slide 4 - Quiz

Wat gaan we vandaag doen?
We leren welk deel van een samengestelde zin de hoofdzin of bijzin is. 

  • Instructie: hoofdzin, bijzin, voegwoorden
  • Zelfstandig werken

Slide 5 - Diapositive

Samengestelde zin
Een zin die uit twee zinnen bestaat
  • 2x een persoonsvorm
  • Soms 2x een onderwerp

Hoofdzin: belangrijkste informatie zin
Bijzin: toevoeging informatie aan hoofdzin

Slide 6 - Diapositive

Wat is de bijzin?
'Ik ga altijd op vakantie naar Portugal, omdat het daar warm is.'
A
Ik ga altijd op vakantie naar Portugal
B
omdat het daar warm is
C
Ik ga altijd op vakantie naar Portugal, omdat het daar wam is.
D
Er is geen bijzin.

Slide 7 - Quiz

Trucje 1: persoonsvorm en onderwerp
Hoofdzin
  • Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar
  • Ik ga altijd op vakantie naar Portugal
Bijzin
  • Persoonsvorm en onderwerp staan vaak niet naast elkaar
  • omdat het daar warm is

Slide 8 - Diapositive

Wat is de hoofdzin?
'Ik moet steeds met hem mee, zodat hij niet alleen hoeft.'
A
Ik moet steeds met hem mee
B
zodat hij niet alleen hoeft
C
Ik moet steeds met hem mee, zodat hij niet alleen hoeft
D
Er is geen hoofdzin

Slide 9 - Quiz

Hoofdzin en bijzin
Een samengestelde zin bestaat niet altijd uit een hoofdzin + bijzin, het kan ook uit bijzin + hoofdzin of hoofdzin + hoofdzin bestaan.

Trucje 2: je kan ook voegwoorden gebruiken om te zien of het een hoofdzin of bijzin is. 

Slide 10 - Diapositive

Welke voegwoorden ken je?

Slide 11 - Carte mentale

Trucje 2: voegwoorden
Hoofdzin + hoofdzin
  • en, maar, of, want
Hoofdzin + bijzin/bijzin + hoofdzin
  • omdat, zodat, doordat, ...
  • voegwoord staat aan het begin van de bijzin
Ik ga op vakantie naar Portugal, omdat het daar warm is.

Slide 12 - Diapositive

Welk voegwoord zie je in deze zin?
'Ik wil best kamperen, maar ik wil niet in de kou.'

Slide 13 - Question ouverte

Uit welke twee zinnen bestaat deze samengestelde zin?
'Ik wil best kamperen, maar ik wil niet in de kou.'
A
Bijzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + bijzin
D
Hoofdzin + hoofdzin

Slide 14 - Quiz

Uit welke twee zinnen bestaat deze samengestelde zin?
'Omdat hij het zo leuk vindt, gaan we minimaal 1x per maand.'
A
Hoofdzin + bijzin
B
Bijzin + hoofdzin
C
Hoofdzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 15 - Quiz

Samenvattend
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
Hoofdzin + hoofdzin
  • In een hoofdzin staan pv + ow naast elkaar
  • Voegwoorden: en, maar, of, want
Hoofdzin + bijzin/bijzin + hoofdzin
  • In een bijzin staan pv + ow vaak niet naast elkaar
  • Voegwoorden begin bijzin: omdat, zodat, doordat

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak opdracht 2 uit taalboek (blz 88/89)
Vraag/moeilijk? Zet je vragenblokje neer of vraag het aan je schoudermaatje!


Slide 17 - Diapositive

Hoe vindt jij of het om een hoofdzin of bijzin gaat?
A
Ik kijk voornamelijk naar de pv en het ow
B
Ik kijk voornamelijk naar de voegwoorden
C
Ik kijk naar zowel pv en ow en de voegwoorden

Slide 18 - Quiz