Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Proefwerk hfst. 5.1 - 5.4 BK2
Erfelijkheid en evolutie
Slide 1 - Diapositive
Juist of onjuist?
Klik bij vraag 1 - 16 aan of de vraag juist of onjuist is.
Slide 2 - Diapositive
In tekening 1 van afbeelding 1 is een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend.
Het jonge dier heeft hetzelfde fenotype als het volwassen dier.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
In tekening 1 van afbeelding 1 is een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend.
Het jonge dier hetzelfde genotype als het volwassen dier.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Alle kinderen uit één gezin hebben hetzelfde DNA.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan organismen met nieuwe genotypen.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Bacteriën planten zich meestal niet geslachtelijk voort, maar door deling. Bacteriën die uit één ouder ontstaan door deling, hebben hetzelfde genotype.
A
jusit
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
In de kern van een lichaamscel van een mens zitten 46 chromosomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Een albino is een mutant.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
De eerste levensvormen leefden op het land.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Elke celkern in de longen van een koe bevat de complete informatie voor alle erfelijke eigenschappen van die koe.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Straling is een mutagene invloed.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Alle eicellen van een vrouw hebben hetzelfde genotype.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Thea en Nico zeggen de volgende dingen over chromosomen. Nico: ‘Chromosomen hebben veel genen.’ Thea: ‘Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.’
Wie heeft, of wie hebben gelijk?
A
Alleen Nico.
B
Alleen Thea
C
Thea en Nico hebben beide gelijk
D
Thea en Nico hebben beide ongelijk
Slide 14 - Quiz
Het klein robertskruid is een plant uit de ooievaarsbekfamilie. De eicellen van deze plant bevatten 16 chromosomen.
Hoeveel chromosomen bevat een cel van een blad van het klein robertskruid?
A
8
B
16
C
32
D
64
Slide 15 - Quiz
Hoeveel miljoen jaar geleden begon de ontwikkeling van de apen van de oude wereld als aparte groep? (klik op afbeelding voor groter versie)
A
Ongeveer 25 miljoen jaar geleden.
B
Ongeveer 35 miljoen jaar geleden.
C
Ongeveer 37 miljoen jaar geleden.
D
Ongeveer 43 miljoen jaar geleden.
Slide 16 - Quiz
Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant?
(klik op afbeelding voor groter versie)
A
Aan de apen van de nieuwe wereld.
B
Aan de apen van de oude wereld.
C
Aan de chimpansees.
D
Aan de gibbons.
Slide 17 - Quiz
Op welk moment komt het genotype van een baby tot stand?
A
Op het moment van de vorming van de eicel.
B
Op het moment van de vorming van de zaadcel die de eicel bevrucht
C
Op het moment van de bevruchting van de eicel.
D
Op het moment van de geboorte van de baby.
Slide 18 - Quiz
Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.
Slide 19 - Quiz
Bij mensen zitten in iedere celkern 46 chromosomen. Een ouderpaar heeft twee dochters.
Hoeveel chromosomen kunnen er maximaal hetzelfde zijn bij de twee dochters?
A
22
B
23
C
45
D
46
Slide 20 - Quiz
BONUSVRAAG: Is gebeurtenis 1 nodig voor het ontstaan van de twee soorten? En gebeurtenis 2? Leg je antwoord uit. (klik op afbeelding voor groter)
Slide 21 - Question ouverte
Leg uit hoe via menselijke geslachtscellen 46 chromosomen in een lichaamscel komen.