Les 7 - Overal slakken

Welkom
- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga rustig zitten.



Blok 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga rustig zitten.



Blok 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht van de les
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe is het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwachtingen

Tijdens de les:
- luister je stil mee tijdens de instructie
- hebben we respect voor elkaar
- doe je actief mee
- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag
- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
- Terugblik
- Voorkennis
- Tekst lezen + filmpje
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
- Waar ging de tekst vorige week over?

- Stappenplan maken.
* Wat doe je eerst?
* Wat zou de laatste stap zijn?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis
Maak een woordweb.
Dit woordweb gaat over naaktslakken.

Wat weet jij al?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Ik kan:
* de tekst actief lezen met hulp van de sleutelvragen.
* een stappenplan maken



Ik weet:
*Na het lezen van de tekst weten de leerlingen waarom er zoveel slakken zijn en hoe ze diervriendelijk bestreden kunnen worden.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
Lees de tekst goed door.

We maken straks een quiz over de tekst. Haal jij de meeste punten?
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Leerlingen lezen zelf de tekst, daarna krijgen ze hier vragen over in de LessonUp.
Naaktslakken zijn nuttige beestjes, omdat.......
A
ze andere insecten verjagen.
B
ze rommel uit onze tuin opruimen.
C
ze ervoor zorgen dat planten beter gaan groeien.
D
ze ervoor zorgen dat mollen verjaagd worden.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat er veel naaktslakken zijn dit jaar?
A
Ze kunnen heel oud worden.
B
Ze zijn vanuit het buitenland overgekomen.
C
Het is zonnig en droog weer.
D
Het heeft veel geregend en amper gevroren.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

‘Het liefst verorberen ze dode bladeren, schimmels of algen'.
Wat betekent 'verorberen'?
A
iets vies vinden
B
iets kapot maken
C
iets graag eten
D
iets vinden stinken

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom smaken groene bladeren meestal niet lekker?
A
In groene planten zitten chemische stoffen die de plant een vieze smaak geven
B
Slakken geven een vieze laag af, waardoor de planten vies gaan smaken.
C
Groene bladeren smaken helemaal niet vies.
D
Slakken hebben een hekel aan de kleur groen, waardoor ze denken dat deze kleur vies smaakt.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen tegen slakken in je tuin?
A
Ze vangen en allemaal naar een bos of park brengen.
B
Je kunt bittere en sterk geurende planten in je tuin plaatsen.
C
Je moet een hek om je planten heen zetten.
D
Alleen nog hoge bomen in de tuin zetten.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slakken zijn dol op hondenpoep.
WAAR
NIET WAAR

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bestrijdingsmiddel?
A
Een middel waarmee je planten kunt beschermen tegen bijvoorbeeld slakken.
B
Een middel dat je gebruikt in een gevecht.
C
Een middel waarmee je slakken lokt, zodat je ze daarna kunt vangen.
D
Een middel waarvan je planten sneller gaan groeien.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jeugdjournaal
We kijken naar het filmpje van het Jeugdjournaal.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
De laatste tijd zie je ze opeens overal: naaktslakken. Al weken overrompelen ze tuinen en parken. Vooral in moestuinen zijn ze een echte plaag. En ga je fietsen? Grote kans dat er een paar over het fietspad aan het glibberen zijn. Hoe komt het dat er plots zoveel slakken zijn? En wat kun je ertegen doen? 

Sleutelvraag 1:
Welk probleem wordt in de inleiding genoemd? 
En welke twee woorden laten zien dat het een probleem is?

Slide 17 - Diapositive

Ik ga nu hardop voordoen hoe ik actief lees. Let goed op. Robots maken steeds meer deel uit van ons leven. In de industrie, de medische wereld en in huis. De industrie, wat is dat ook alweer? Dat zijn bijvoorbeeld fabrieken. Ja daar gebruiken ze vaak robots, zoals je ook op de foto ziet. Ze zijn er in allerlei soorten en maten. In huis heb ik geen robots volgens mij, maar ik zou wel zo’n robotstofzuiger willen hebben, dat lijkt me heel handig. Die uit zichzelf het hele huis stofzuigt. Wist je dat je ook zelf robots kunt bouwen van LEGO en aan wedstrijden kunt meedoen? Een robot van LEGO? Ja, dat heb ik weleens gehoord en gezien. Die kun je dan zelf bouwen en programmeren. Op zaterdag 9 maart vond in ’s-Hertogenbosch de landelijke finale van de FIRST LEGO League Challenge plaats. Zo’n 350 jongeren in de leeftijd van 9 tot en met 15 jaar deden mee aan deze wedstrijd. Ze presenteerden hun zelfgemaakte robots aan een deskundige jury. Wat leuk, zou dat wat voor onze klas zijn? Ik ben benieuwd hoe je daaraan kunt meedoen. Leg uit wat je gedaan hebt. Je hebt de inleiding actief gelezen en allerlei vragen gesteld die er bij je opkwamen. Vraag nu een leerling een volgend stukje tekst op dezelfde manier, hardop denkend, actief te lezen.
Aan de slag
* Sleutelvragen

Online
* Andere tekstsoort
* Woordenschat

Samenwerken mag, dit doe je zachtjes.
Vragen stellen kan als ik bij je langskom!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
Relatiecirkel

Bij deze tekst kun je een relatiecirkel maken. 
In de cirkel kun je laten zien wat het verband is tussen twee dingen. 
Het één heeft invloed op het ander. Het kan meer worden of minder. 
Bijvoorbeeld: Als het meer regent, zijn er meer naaktslakken in de tuin.

Je kunt dan een pijl tekenen van hoeveelheid regen naar hoeveelheid naaktslakken.
Hoe meer regen, des te meer naaktslakken. 
De punt van de pijl wijst naar hoeveelheid naaktslakken.

Slide 19 - Diapositive

We maken klassikaal een relatiecirkel.
De cirkel teken ik voor op het bord, de leerlingen nemen deze over.

Afsluiting
- Hoe heb jij gewerkt?

- Tips voor de volgende keer?
- Tops van deze les?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions