56. Blok 8, week 2, flitsen bij les 6, -ische

Ken jij een woord dat eindigt op -isch of -ische?
1 / 24
suivant
Slide 1: Carte mentale
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Ken jij een woord dat eindigt op -isch of -ische?

Slide 1 - Carte mentale

lesdoel
Ik kan woorden die eindigen op -isch of -ische correct schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

maak woorden met isch(e)
elastiek: een .................. broek

Slide 4 - Question ouverte

maak woorden met isch(e)
chaos: een .................. dag

Slide 5 - Question ouverte

maak woorden met isch(e)
komiek: een .................. situatie

Slide 6 - Question ouverte

Zet achter het woord ....isch
motor
A
moterisch
B
motorisch
C
motories
D
moteries

Slide 7 - Quiz

Zet achter het woord ....isch
Rusland
A
Ruslandisch
B
Rusisch
C
Rulandies
D
Russisch

Slide 8 - Quiz

Zet achter het woord ....isch
drama
A
dramisch
B
dramaische
C
dramatisch
D
dramaties

Slide 9 - Quiz

Zet achter het woord ....isch
economie
A
economiesch
B
economies
C
economisch
D
ekonomies

Slide 10 - Quiz

Zet achter het woord ....isch
biologie
A
biologisch
B
biologiesch
C
biologies
D
bioloogies

Slide 11 - Quiz

maak woorden met isch(e)
komiek: een .................. situatie

Slide 12 - Question ouverte

maak woorden met isch(e)
kritiek: een .................. opmerking

Slide 13 - Question ouverte

dictee

Slide 14 - Diapositive


Nederland ligt in ......

Slide 15 - Question ouverte


Zij bewegen ......... op de muziek.

Slide 16 - Question ouverte


De ................. ligt tussen twee continenten.

Slide 17 - Question ouverte


Onze school staat in ...........

Slide 18 - Question ouverte


Deze winkel heeft een chique .........

Slide 19 - Question ouverte


Dit zijn allemaal ............. schoonmaakmiddelen.

Slide 20 - Question ouverte


Met ....... verven wij altijd eieren.

Slide 21 - Question ouverte


Er zit maar één ....... in de trein.

Slide 22 - Question ouverte


Een elastiek is .........

Slide 23 - Question ouverte

spelling
thema 8
week 2
Flitsen bij les 6
25 x plussen

Slide 24 - Diapositive