Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
herhaling ho 11 vmbo 2 b
herhalen ho 11
1 / 43
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
43 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
herhalen ho 11
Slide 1 - Diapositive
Het voortplantingsstelsel van de man
Slide 2 - Diapositive
Waneer is een jongen vruchtbaar?
in de puberteit maken de jongens voor het eerst
zaadcellen
de zaadcellen zijn de
voortplantingscellen
van een man
in de puberteit begint
de zaadballen
met het maken van zaadcellen
een jongen is vruchtbaar na zijn eerste
zaadlozing
Slide 3 - Diapositive
De eerste zaadlozing
Slide 4 - Diapositive
Zaadcel
Een spermacel heeft een
kop
en een
zweepstaart
.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen.
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren.
Slide 5 - Diapositive
Hoe zien de geslachtsorganen van een meisje eruit?
Slide 6 - Diapositive
Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Slide 7 - Diapositive
Wat is menstruatie?
Slide 8 - Diapositive
Betrouwbare voorbehoedsmiddelen
Slide 9 - Diapositive
Zwanger worden
Wanneer een zaadcel samensmelt met een eicel kan daar een kindje uit groeien.
Dit gebeurt na
geslachtsgemeenschap
Slide 10 - Diapositive
Hoe komen zaadcellen bij de eicel?
Zaadlozing: 1 theelepel sperma = 20 mlj tot 300 mlj zaadcellen
Zaadcellen zwemmen door de eileider en
kan daar een rijpe eicel tegenkomen. Is die
er niet, dan kan de vrouw niet zwanger
worden.
Slide 11 - Diapositive
Wanneer ontstaat een baby?
Een zaadcel kan een eicel bevruchten door het samensmelten van de beide kernen.
Er ontstaat 1 nieuwe kern.
Na de bevruchting wordt de buitenste laag van de eicel ondoordringbaar voor andere zaadcellen.
Slide 12 - Diapositive
Wanneer ontstaat een baby?
Innesteling
: het bolletje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies en heet nu een
embryo
Slide 13 - Diapositive
Deling van cellen
Het eerste begin van een baby in de baarmoeder:
een klompje cellen.
Slide 14 - Diapositive
Het baarmoederslijmvlies
Zwanger
niet-zwanger
Slide 15 - Diapositive
Zwangerschapstest
soms zijn er meer testen nodig om het zeker te weten!
Slide 16 - Diapositive
De zwangerschap
Het kind in de baarmoeder wordt een
embryo
na een aantal weken noemen ze dit een foetus.
Na een paar weken ontstaat de
placenta of moederkoek
, die zorgt dan voor het eten van het embryo
Slide 17 - Diapositive
Beschermd in de buik van de moeder.
Slide 18 - Diapositive
De geboorte van een kind
Slide 19 - Diapositive
11.4 Je lijkt op...
Slide 20 - Diapositive
CELLEN ZIJN DE BOUWSTENEN VAN EEN ORGANISME
CEL-WEEFSEL-ORGAAN-ORGAANSTELSEL-ORGANISME
cel van een plant
cel van een mens
Slide 21 - Diapositive
Bouwbeschrijving
[DNA]
Chromosomen:
soort draden in de kernen van cellen
bevatten de hele ‘bouwbeschrijving’ van een mens
je ziet op de chromosomen allemaal bandjes
elk bandje op een chromosoom staat voor een efelijke eigenschap ; bijvoorbeeld: wat voor kleur haar, vorm neus etc... je krijgt
Slide 22 - Diapositive
0
Slide 23 - Vidéo
Je kunt uitleggen waarom je op je ouders lijkt
je kan uitleggen wat chromosomen zijn
je weet waar jouw bouwbeschrijving ligt
Slide 24 - Diapositive
elk bandje op een chromosoom staat voor een erfelijke eigenschap
elk cel van een mens heeft 46 chromosomen
al jouw cellen dezelfde bouwbeschrijving: bij celdeling wordt bouwbeschrijving gekopieerd
bouwbeschrijving voor
erfelijke eigenschap
bouwbeschrijving voor erfelijke eigenschap
Slide 25 - Diapositive
elk bandje op een chromosoom staat voor een erfelijke eigenschap
elk cel van een mens heeft 46 chromosomen
al jouw cellen hebben dezelfde bouwbeschrijving: bij celdeling wordt bouwbeschrijving gekopieerd
bouwbeschrijving voor
erfelijke eigenschap
bouwbeschrijving voor erfelijke eigenschap
Slide 26 - Diapositive
Je lijkt op.........je ouders
LICHAAMSCEL
46 CHROMOSOMEN = 23 paren.
Dus steeds 2 dezelfde chromosomen
EICEL/ZAADCEL
23 CHROMOSOMEN = 23 enkele
BEVRUCHTING
eicel + zaadcel = 46 CHROMOSOMEN
23 PAREN = 1 van moeder en 1 van vader
Slide 27 - Diapositive
Alle chromosomen op een rij
46 chromosomen
23 paren, 1 moeder, 1 vader
23e paar = geslachtschromosomen
grote chromosoom, X
kleine chromosoom, Y
Slide 28 - Diapositive
Chromosomen vrouw XX
Chromosomen paren
Slide 29 - Diapositive
ontstaan jongen/meisje
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Slide 32 - Vidéo
opslag en rijpen eicellen
plaats waar baby in groeit en ontwikkelt
opslag urine
vervoeren eicellen naar baarmoeder
soort tunnel naar baarmoeder
vervoeren urine naar buiten het lichaam
binnenste en buitenste.
binnenste produceren slijm om de vagina opening glad te maken.
gevoeligste deel wat voor genot kan zorgen
baarmoeder
vagina
eierstok
eileider
urineblaas
schaamlip
clitoris
urinebuis
Slide 33 - Question de remorquage
Slide 34 - Vidéo
Wat heb je geleerd?
Je weet wat geslachtskenmerken zijn.
Primaire en secundaire geslachtskenmerken.
lichamelijke en geestelijke verandering.
Mannelijke geslachtscellen
Slide 35 - Diapositive
De man
zaadblaasje
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
vervoert zaadcellen
bijbal
opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel lteelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine
Slide 36 - Diapositive
In welk orgaan worden de zaadcellen geproduceert?
A
bijballen
B
teelballen
C
prostaat
D
zaadblaasjes
Slide 37 - Quiz
Waarom hangt de balzak van de man van het lichaam af?
A
om de weg naar buiten langer te maken
B
voldoende bewegingsruimte teelballen
C
Om de temperatuur te regelen
D
Om de penis in evenwicht te houden
Slide 38 - Quiz
Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen
Slide 39 - Quiz
Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen
Slide 40 - Quiz
De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen
Slide 41 - Quiz
Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelbal, testis
zaadleiders
de prostaat
teelballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe
Slide 42 - Question de remorquage
Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine
Slide 43 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
D2BTH6 B2 Erfelijke eigenschappen - lln
Avril 2019
- Leçon avec
48 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
4.2 Vorming geslachtscellen
Juin 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4.2 Vorming van geslachtscellen nabespreken
Novembre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
D2BTH6 B2 oefenen
Avril 2019
- Leçon avec
24 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh6 B3 (Boek) Geslachtelijke voortpl ln
Avril 2019
- Leçon avec
35 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
MMA2 - 11.4 Je lijkt op ....(2e)
Avril 2023
- Leçon avec
52 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
4.1 Nieuw leven
Mai 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4.1 Van eicel tot baby ll
Novembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4