Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 3
Krachten
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Werkblad bespreken opdracht 1 en 3
Leerdoelen 3.2 doorlopen
Uitleg 3.2
Aan de slag werkblad afmaken en opdrachten 3.2
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen 3.2
Je kunt:
het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer
uitleggen hoe je krachten kunt meten met een krachten veer
de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa is gegeven
een kracht tekenen met een gegeven krachtenschaal
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen 3.2
Je kunt:
het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer
uitleggen hoe je krachten kunt meten met een krachten veer
de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa is gegeven
een kracht tekenen met een gegeven krachtenschaal
Slide 4 - Diapositive
Uitrekking van veer meten
De opstelling wordt gemaakt zoals de opstelling hiernaast.
Vervolgens worden massas aan de veer gehangen.
Dan wordt de uitrekking gemeten.
Slide 5 - Diapositive
Uitrekking
De uitwijking van een veer is het verschil in de
positie u vóórdat een gewicht wordt opgehangen en nadat een gewicht wordt opgehangen.
Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals
in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het
gewicht, hoe groter de uitwijking.
Slide 6 - Diapositive
Uitrekking
Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals
in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het
gewicht, hoe groter de uitwijking.
Als de massa 2x zo groot wordt dan wordt de
uitrekking ook 2x zo groot.
Slide 7 - Diapositive
Veerconstante
De hoeveelheid kracht die nodig is om een veer 1 cm of 1 meter uit te rekken.
Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.
Welke veer is het stugst?
Slide 8 - Diapositive
Als ik de kracht op een veer 2x zo groot maak, dan wordt de uitrekking ... x zo groot
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Oefening 1
Een veer heeft een lengte van 12 cm.
er wordt een massa aangehangen van 50 gram,
de veer heeft nu een lengte van 15cm.
Hoe groot is u ?
Slide 11 - Diapositive
Oefening 2
Een blokje heeft een massa van 0,8 N en wordt aan een veer gehangen. De veer rekt 10 cm uit. Bereken de veerconstante in N/m.
Slide 12 - Diapositive
Oefening 3
Een veer heeft een veerconstante van 7,2 N/cm. Door er een blokje aan te hangen rekt de veer 8,0 cm uit. Bereken de massa van dit blokje in kg.
Slide 13 - Diapositive
Zwaartekracht
De aarde trekt aan alle voorwerpen.
Je kunt de zwaartekracht van een voorwerp bepalen met de massa.
Massa wordt uitgedrukt in kilogram.
De zwaartekracht wordt uitgedrukt in Newton (N)
Slide 14 - Diapositive
Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht = Fz
Fg= massa x 10
dus als iets 25 kg weegt op aarde, dan is de zwaartekracht:
25 x 10 = 250 N
Binas tabel 7 formule 9
Slide 15 - Diapositive
voorbeeld
Wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 250 gram?
gegeven: 250 gram = 0,25 kg (want je moet met kg berekenen)
gevraagd: wat is de zwaartekracht
formule: Fz= massa in kg x 10
berekening: Fz= 0,25 x 10 = 2,5
antwoord : 2,5 N
Slide 16 - Diapositive
Opgave
Jan heeft een zak aardappels van 33 kilogram. Hij wil dit tillen en levert hierbij een spierkracht van 270 N. Bereken de zwaartekracht die werkt op de zak en leg uit of hij deze zak kan tillen.