aanwijzend vnm ch3 partie 1

1 / 21
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Aan het einde van de les weet ik wat een aanwijzend voornaamwoord is.

- Aan het einde van de les kan ik de vormen van de aanwijzend voornaamwoorden in het Frans en kan ik ze in zinnen plaatsen. 

Slide 3 - Diapositive

Nederlandse
aanwijzend voornaamwoorden

Slide 4 - Carte mentale

Het aanwijzend voornaamwoord
Aanwijzende voornaamwoorden zijn dit/dat/deze/die

FR: Het aanwijzend voornaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
> Mannelijk
> Vrouwelijk
> Mannelijk met klinker/ stomme H
> Meervoud (vrouwelijk / mannelijk)


Slide 5 - Diapositive

Schema aanwijzende voornaamwoorden
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 6 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord voor mannelijk enkelvoud.
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 7 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord voor vrouwelijk enkelvoud
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 8 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord voor meervoud
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 9 - Quiz

Wanneer gebruik je cet?
A
Mannelijk enkelvoud
B
Meervoud
C
Vrouwelijke enkelvoud
D
Mannelijk enkelvoud begint met klinker of stomme h.

Slide 10 - Quiz

... garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 11 - Quiz

______oignon [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 12 - Quiz

______ semaine [vrouwelijk]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 13 - Quiz

_____ poisson [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 14 - Quiz

______soir
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 15 - Quiz

___ hôtel
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 16 - Quiz

.... chanteuses
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 17 - Quiz

Mannelijk
Mannelijk, woord erachter begint met een klinker / stomme h
Vrouwelijk
Meervoud
cet
cette
ce
ces

Slide 18 - Question de remorquage

Wat vond je van de les?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Au travail! & Tot maandag!!!!
Je gaat nu zelfstandig opdracht
=>  17d & 18 a.b
+ stuur in de itl-groep in welke groep je zit: A of B.

Slide 21 - Diapositive