2havo chap 3 oefenen pwweek gramm

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Het aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzende voornaamwoorden zijn dit/dat/deze/die

FR: Het aanwijzend voornaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

> Mannelijk

> Vrouwelijk

> Mannelijk met klinker/ stomme H

> Meervoud (vrouwelijk / mannelijk)

Schema aanwijzende voornaamwoorden

Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:

Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Aanwijzend voornaamwoord voor mannelijk enkelvoud.

1. cet
2. cette
3. ce
4. ces

Aanwijzend voornaamwoord voor vrouwelijk enkelvoud

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

Aanwijzend voornaamwoord voor meervoud

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

Wanneer gebruik je cet?

1. Mannelijk enkelvoud
2. Meervoud
3. Vrouwelijke enkelvoud
4. Mannelijk enkelvoud begint met klinker of stomme h.

... garçons

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

______oignon [mannelijk]

1. cette
2. ces
3. ce
4. cet

______ semaine [vrouwelijk]

1. cette
2. cet
3. ce
4. ces

_____ poisson [mannelijk]

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

______soir

1. cette
2. ce
3. ces
4. cet

___ hôtel

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

.... chanteuses

1. ce
2. ces
3. cette
4. cet

Mannelijk

Mannelijk, woord erachter begint met een klinker / stomme h

Vrouwelijk

Meervoud

cet

cette

ce

ces

willen=

1. vouloir
2. avoir
3. pouvoir
4. devoir

Kunnen

1. vouloir
2. pouvoir
3. avoir
4. devoir

Welke uitgangen passen bij Vouloir en Pouvoir?

1. s,s,t,ons,ez,ent
2. e,es,e,ons,ez,ent
3. x,x,t,ons,ez,ent

Pouvoir=kunnen

je peux

tu peux

il, elle, on peut

nous pouvons

vous pouvez

ils/elles peuvent

Vouloir=willen

je veux

tu veux

il/elle veut

nous voulons

vous voulez

ils veulent

Vertaal:
ik kan, hij kan, wij kunnen

Welke uitgangen passen bij Vouloir en Pouvoir?

1. s,s,t,ons,ez,ent
2. e,es,e,ons,ez,ent
3. x,x,t,ons,ez,ent

Jij kunt

1. tu veux
2. Tu peux
3. il peut
4. il veut

Wij willen

1. nous voulons
2. nous pouvons
3. vous voulez
4. vous voulons

Je gaat nu zelfstandig  oefenen via slim stampen chapitre 3