Inhaalles GR - Onderwerp BBL/KBL/TL lj1 / lj2
1 / 23
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 3 - Question ouverte
Uit welke soorten werkwoorden kan een wwg bestaan?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Onze kat had een muis gevangen.
Wat is het onderwerp in deze zin?
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
onze kat
B
had
C
een muis
D
had gevangen
Slide 9 - Quiz
'De jongste dochter heeft op vakantie een pizza gegeten.'
Het onderwerp in deze zin is:
Het onderwerp in deze zin is:
A
de jongste dochter
B
heeft
C
heeft gegeten
D
op vakantie
Slide 10 - Quiz
De tamme grasparkiet vliegt door de kamer.
Het onderwerp is:
Het onderwerp is:
Slide 11 - Question ouverte
De meester kan goed uitleggen.
Wat is het onderwerp?
Wat is het onderwerp?
Slide 12 - Question ouverte
Benoem het onderwerp in de zin:
De grappige vader vertelt een mopje aan zijn zoon.
De grappige vader vertelt een mopje aan zijn zoon.
Slide 13 - Question ouverte
Gisteren kwam de voetbaltrainer niet opdagen.
Het onderwerp in de zin is:
Het onderwerp in de zin is:
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Wat is het onderwerp van een zin?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 17 - Question ouverte
Help!
Ik heb nog een vraag:
Ik heb nog een vraag:
