Van ISK naar mbo - gids JFR opdracht 1 +eigenschappen kaart 2

opdrachten kaart 1 
welke 
eigenschappen kaartjes heb jij ? 

 
YES , dat ben ik omdat....
of die eigenschappen heb ik ! 


welke eigenschappen

 MMM.......die vind ik nog erg lastig / moeilijk  en heb ik niet ! 
Waarom heb je die ? 
je gaat daarover iets vertellen in je groepje. 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

opdrachten kaart 1 
welke 
eigenschappen kaartjes heb jij ? 

 
YES , dat ben ik omdat....
of die eigenschappen heb ik ! 


welke eigenschappen

 MMM.......die vind ik nog erg lastig / moeilijk  en heb ik niet ! 
Waarom heb je die ? 
je gaat daarover iets vertellen in je groepje. 

Slide 1 - Diapositive

wat wil Mais worden
welk beroep wil ze gaan doen?
A
schoonmaker
B
journalist
C
juffrouw
D
IC-computer expert

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Lien

Van ISK naar mbo
Interactieve LOB-gids

pak je map en 
papier LOB 

Slide 4 - Diapositive

Van ISK - > of eerst VMBO> 
 naar het MBO

van VMBO > naar 

Middelbaar Beroeps Onderwijs 
vanaf  +/- 16 jaar  

les 1. 
1. Je leert wat eigenschappen zijn. 
2. Welke eigenschappen heb je nodig om het Nederlands beter te leren? 
3. Na deze les weet je wat jouw belangrijke eigenschappen zijn. 
En welke je niet :)
hebt !
 

Slide 5 - Diapositive

welke opleiding volgt Mais nu ?
A
MBO 2- helpende zorg en welzijn
B
MBO 1 - entree
C
MBO 3 - onderwijs assistent
D
ISK 3de leerjaar

Slide 6 - Quiz

welke 3 dingen deed of
doet ze om de Nederlandse taal
nog beter te leren ?

Slide 7 - Carte mentale

Met wie heeft Mais over haar toekomst gesproken ?

Slide 8 - Question ouverte

in welke sector doet Mais haar opleiding ?
A
transport
B
handel en ondernemen
C
techniek
D
zorg en welzijn

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Lien

welke eigenschappen
heeft Farid
nodig om een goede trainer te worden ?

Slide 11 - Question ouverte

Farid :
wat kan hij goed !

Slide 12 - Carte mentale

opdrachten kaart 1 
opdracht 4
 
lees de eigenschappen 
(blad krijg je van docent ) 

lees de woorden en uitleg
weet je een woord nog niet ? 
(*translate of vraag je docent of een leerling) 
knip 3 of 4  kaartjes uit  ! 
kies 3 kaartjes: 
YES , dat ben ik omdat....
of die eigenschappen heb ik ! 

en 
kies ook 3 a 4 
eigenschappen
 MMM.......die vind ik nog erg lastig / moeilijk  en niet heb. 

Slide 13 - Diapositive

Sleep de eigenschappen naar het juiste vakje
Goede eigenschappen  van iemand

Slechte eigenschappen van iemand

geduldig
ongeduldig
op tijd
agressief
rustig
behulpzaam

beleefd
onzorgvuldig
slordig 

Slide 14 - Question de remorquage

mbo horeca niv. 2
~Firda Sneek  

Slide 15 - Diapositive

opdracht kaart 2 
hoe kies je een opleiding ? 
we lezen samen het verhaal van > LOUAI 
pagina  21 

*je krijgt papieren in je map  

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Na het lezen 
nog moeilijke woorden ? 
nog andere vragen ? 

Slide 18 - Diapositive

welke woorden ?

Slide 19 - Question ouverte

welke vragen heb je ?

Slide 20 - Question ouverte

Wat weet hij nog niet? 
Aan wie vraagt hij wat hij kan of leuk vindt?   
Wat vindt hij leuk om te doen?  
praat in een groepje er met elkaar over. 

Slide 21 - Diapositive

vroeger was hij al technisch
een programmeur 
weten wat ik later wil gaan worden ! 
beroep 
handig zijn 
kiezen voor een opleiding 
kiezen voor een beroep
studiekeuze

Slide 22 - Question de remorquage

wat wist hij eerst nog niet ?

A
wat hij wil maken
B
wat hij wil leren voor zijn sport
C
wat hij wil leren
D
wat hij wil leren voor beroep

Slide 23 - Quiz

wat zeggen zijn ouders over wat
hij leuk vindt om te doen?

A
spelen met de bal
B
basketballen
C
telefoons uit elkaar halen
D
gamen

Slide 24 - Quiz


wat vindt hij NU leuk om te doen?
A
spelen met de bal
B
basketballen
C
telefoons uit elkaar halen
D
gamen

Slide 25 - Quiz

welke opleiding kiest hij
nu bij de MBO ?

Slide 26 - Carte mentale

IT
De letters van IT staan voor Information Technology. 
Onder IT valt alle hardware, software, netwerken en randapparatuur. 
Alles wat met (digitale) apparatuur te maken heeft, is dus IT

ICT

De letters van ICT staan voor Information and Communication Technology. 
ICT heeft alleen maar te maken met alle diensten en apparatuur die gericht is op communicatie. 
Denk dus aan je mobiele telefoon, printers, maar ook aan je computer. Als je mail niet werkt, ga je bijvoorbeeld naar de ICT-afdeling, en niet naar de IT. 
Bepaalde onderdelen van ICT vallen dus onder IT, maar niet andersom. Het begrip IT is dus breder dan ICT.
klein verschil : weetje

Slide 27 - Diapositive

ICT


klein verschil : weetje

Slide 28 - Diapositive

wat betekent de afkorting
ICT
A
informatie computer technologie
B
informatie technologie
C
informatie communicatie tekenen
D
informatie communicatie technologie

Slide 29 - Quiz

wat is ICT ?  
intake gesprek 
waarom MBO-3 niv ? 
wat moet hij nog beter leren? 
wat kan hij al goed? 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

huiswerk 
*maak de vragen : die vragen gaan over jou ook ! 

pagina opdracht 1 
Louai

Slide 32 - Diapositive

Rim 
we lezen pagina 23 
vragen ? 
we gaan de vragen in groepjes / duo's maken  

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

Faysal 
opdracht 3 
lezen verhaal pagina 19 
woorden ? 

Slide 36 - Diapositive

opdracht 4 
wat vind jij zelf ? 
wat vind jij belangrijk ? 

Slide 37 - Diapositive

Wat hoort bij welk dier? 
trouw zijn
slim zijn
langzaam zijn
goed werken

Slide 38 - Question de remorquage