Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Rekenen met maten
Doelen
Je kan maten omzetten in een andere maat.
Je kunt aangeven of iets groter of kleiner is
Je kunt rekenen met gewichten
Schaal
Omtrek, oppervlakte & inhoud
Figuren 2D & 3D
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
1 km is ...
A
100 meter
B
1000 meter
C
10 meter
D
10.000 meter
Slide 3 - Quiz
70 meter is ...
A
7 dm
B
700 dm
C
0,7 dm
D
7000 dm
Slide 4 - Quiz
75 dm is ...
A
750 mm
B
7,5 cm
C
7500 cm
D
750 cm
Slide 5 - Quiz
0,5 km
A
50 meter
B
5 meter
C
500 meter
D
5000 meter
Slide 6 - Quiz
1,4 km is ... meter
Slide 7 - Question ouverte
900 cm is ...
A
9 meter
B
90 meter
C
0,9 meter
D
9000 meter
Slide 8 - Quiz
1200 mm is ...
A
12 cm
B
12 km
C
12 dm
D
12 meter
Slide 9 - Quiz
6700 meter is ...
A
67 km
B
6,7 km
C
670 km
D
0,67 km
Slide 10 - Quiz
5 km is ... 6000 meter
A
kleiner dan
B
groter dan
Slide 11 - Quiz
1300 mm is ... 120 cm
A
kleiner dan
B
groter dan
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
1 kg is ... gram
Slide 14 - Question ouverte
2 kg + 300 gram =
A
2300 gram
B
2030 gram
C
230 gram
D
2003 gram
Slide 15 - Quiz
1 kg + 555 gram =
A
155 gram
B
1155 gram
C
5551 gram
D
1555 gram
Slide 16 - Quiz
8 kg - 400 gram =
A
4000 gram
B
7500 gram
C
7600 gram
D
7400 gram
Slide 17 - Quiz
50 kg - 3000 gram
A
4700 gram
B
470 kg
C
4700 kg
D
47.000 gram
Slide 18 - Quiz
Rekenen meten & meetkunde herhaling
Slide 19 - Diapositive
Planning
Schaal
Omtrek, oppervlakte & inhoud
Figuren 2D & 3D
Terugblik les
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Waarom gebruiken we een schaal?
Slide 23 - Carte mentale
Slide 24 - Diapositive
de auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoelang is de auto in het echt als deze auto 4 cm is
A
4000 cm
B
400 cm
C
40 meter
D
4 meter
Slide 25 - Quiz
A
Schaal 4:1
B
Schaal 1:4
C
Schaal 6:1
D
Schaal 1:6
Slide 26 - Quiz
Omtrek, oppervlakte & inhoudOmtrek, oppervlakte en inhoud
Slide 27 - Diapositive
omtrek
omtrek
Slide 28 - Diapositive
De omtrek van deze figuur is:
3 cm
7 cm
14 cm
A
48 cm
B
25 cm
C
24 cm
D
42 cm
Slide 29 - Quiz
Bereken de omtrek
timer
4:00
Slide 30 - Diapositive
Oppervlakte
Slide 31 - Diapositive
Bereken de oppervlakte in cm2
Slide 32 - Question ouverte
Wat is de oppervlakte van deze tuin?
A
12 m²
B
13 m²
C
14 m²
D
15 m²
Slide 33 - Quiz
Wat is de oppervlakte van deze tuin?
A
30 m²
B
28 m²
C
32 m²
D
26 m²
Slide 34 - Quiz
Inhoud
Slide 35 - Diapositive
Wat is de totale oppervlakte en inhoud van deze balk?
A
Oppervlakte: 26 m2
Inhoud: 24 m3
B
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 24 m3
C
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 16 m3
D
Oppervlakte: 40 m2
Inhoud: 18 m3
Slide 36 - Quiz
Met een volle emmer muurverf kan 24 m² muur geverfd worden. Emmer A is nog voor de helft gevuld met muurverf. In emmer B is nog een kwart over. Hoeveel m² muur kan nu nog geverfd worden ?
Slide 37 - Question ouverte
omtrek
inhoud
Oppervlakte
lengte + breedte + lengte + breedte
lengte x breedte
lengte x breedte x hoogte
Slide 38 - Question de remorquage
Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
Slide 39 - Quiz
A
€1028
B
€1048
C
€1128
D
€1148
Slide 40 - Quiz
Jens is op de plattegrond van zijn nieuwe huis aan het kijken naar zijn slaapkamer. Hij ziet dat zijn bed al is ingetekend. Hij meet deze en ziet de lengte van 5 cm heeft.
De schaal van de kaart zegt 1:40
Hoeveel meter is het bed van Jens in werkelijkheid?