Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelen
Je weet dat land en zee het klimaat beïnvloeden.
Je begrijpt waardoor Nederland een zeeklimaat heeft.
Je kunt verklaren waarom het in de zomer in Nederland koeler is dan in Berlijn en in de winter warmer.
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Herhaling soorten neerslag
Uitleg paragraaf 3.4
Oefenen
Afronden
Slide 2 - Diapositive
Kies het juiste antwoord en leg uit waarom je dit gekozen hebt. De afbeelding hiernaast laat stijgingsneerslag/stuwingsneerslag zien , omdat...
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
00:04
Waarom heeft Nederland een zeeklimaat?
Slide 10 - Question ouverte
00:12
Iemand doet twee uitspraken: I De zee warmt sneller op dan land II Bij het land wordt alleen het bovenste stukje van het oppervlak verwarmt. Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist en uitspraak II is onjuist
B
Uitspraak I is onjuist en uitspraak II is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 11 - Quiz
00:44
Hoge zomertemperatuur
Lage zomertemperatuur
Slide 12 - Question de remorquage
01:59
Zomer
Gemiddelde zomertemperatuur 17 graden Celsius
Gemiddelde zomertemperatuur 18 graden Celsius
Slide 13 - Question de remorquage
01:59
Winter
Gemiddelde temperatuur 2 graden Celsius
Gemiddelde temperatuur 0 graden Celsius
Slide 14 - Question de remorquage
Maak een inschatting.. beheers je deze leerdoelen nu voldoende? (volgende week vrijdag PWS H3)