GL chapitre 6 - Tous champions 3 - 1er/2ème cours

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Objectifs
Aan het einde van de les 

  • weet je wat de weektaak is voor deze week (Tous Champions 3)
  •  weet je extra goed wat je moet doen om de toets leesvaardigheid voor te bereiden
  • heb je woorden geleerd om te vertellen hoe sportactiviteiten zijn geweest
  • heb je opgefrist hoe je de grootste groep Franse werkwoorden moet vervoegen (in de juiste vorm moet zetten)




Slide 2 - Diapositive

Weektaak Tous champions 3
(Zie planning Grandes Lignes; einddatum 20 juni)
Réviser (= herhalen):
  • vocabulaire E,F
  • phrases clés D 
  • Bron F: l'alphabet + les accents
  • chapitre 2 grammaire C le verbe régulier en -er (p 28) 
Apprendre (= leren):
  • vocabulaire G
  • grammaire H: le passé composé (de vtt)
Faire (= maken)
  • Bron G 27,28,29,30 + slim stampen G
  • Révise Grammaire H (le verbe régulier en -er)
  • Bron H  31,32,33

Slide 3 - Diapositive

Demain (mercredi 16 juin)
KAHOOT vocabulaire E+F+G

Slide 4 - Diapositive

PTV05 leesvaardigheid
(Zie planning Grandes Lignes)
Réviser (= herhalen):
  • vocabulaire chapitre 3, 5, 6
  • phrases-clés chapitre 3, 5, 6
  • les nombres 0-2000
  • les jours de la semaine (dagen van de week)
  • les mois de l'année (de maanden)
  • les horaires (de kloktijden)
  • les prépositions (de voorzetsels)
  • les couleurs (de kleuren)
Apprendre (= leren):
  • vocabulaire luistertoets + leestoets (zie bron in Its)
Faire (= maken)
  • Extra lezen chapitre 3 + 5 + 6

Slide 5 - Diapositive

Lire G  
Bestudeer vocabulaire G

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Lire G  
  • Maak de oefeningen 27 t/m 30
timer
8:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

welke Franse regelmatige werkwoorden weet je nog?

Slide 10 - Carte mentale

eten
beginnen
luisteren naar
zoeken
betalen
praten
zingen
vallen
lachen
chercher
écouter
parler
chanter
tomber
aimer
rigoler
manger
payer

Slide 11 - Question de remorquage


Wat was ook alweer de 1e stap om een regelmatig werkwoord te vervoegen?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

infinitif: parler
radical (stam): parl-
Présent:
je parle
tu parles
il/elle/on parle
nous parlons
vous parlez
ils/elles parlent
Les verbes réguliers en -er

Slide 14 - Diapositive

Au travail
Réviser (= herhalen):

  • chapitre 2 grammaire C le verbe régulier en -er (p 28) 
Apprendre (= leren):
  • -
Faire (= maken)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Vidéo