Schenkhoeveelheden Drankenkennis

Schenkhoeveelheden Drankenkennis
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Schenkhoeveelheden Drankenkennis

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat schenkhoeveelheden zijn en de verschillende standaardhoeveelheden benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over de schenkhoeveelheden van dranken?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn schenkhoeveelheden?
Schenkhoeveelheden zijn de standaardhoeveelheden van dranken die in een glas of fles worden geschonken.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat schenkhoeveelheden zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Soorten dranken
Er zijn verschillende soorten dranken zoals wijn, bier, sterke drank en frisdrank.

Slide 5 - Diapositive

Benoem de verschillende soorten dranken en leg kort uit wat ze zijn.
Wijn
De standaardhoeveelheid voor wijn is 100 ml voor witte wijn en rosé en 125 ml voor rode wijn.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit waarom de standaardhoeveelheden verschillen voor witte, rode en rosé wijn.
Bier
De standaardhoeveelheid voor bier is 250 ml voor tapbier en 300 ml voor flesjes en blikjes.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit waarom de standaardhoeveelheden verschillen voor tapbier en flesjes/blikjes.
Sterke drank
De standaardhoeveelheid voor sterke drank is 35 ml per glas.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit waarom de standaardhoeveelheid voor sterke drank anders is dan voor wijn en bier.
Frisdrank
De standaardhoeveelheid voor frisdrank is 200 ml per glas.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit waarom de standaardhoeveelheid voor frisdrank anders is dan voor alcoholische dranken.
Oefenen
Laat de leerlingen oefenen met het schenken van de standaardhoeveelheden in verschillende glazen.

Slide 10 - Diapositive

Zorg voor voldoende glazen en dranken en geef instructies over hoe de leerlingen moeten oefenen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.