Opvoeden les 2

Opvoeden 
les 2
‘De beste opvoedingsmethode voor een kind is, hem goede ouders te geven’
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Opvoeden 
les 2
‘De beste opvoedingsmethode voor een kind is, hem goede ouders te geven’

Slide 1 - Diapositive

Ter informatie
Er staat een studiewijzer in de Share waar de lessen en het huiswerk in staan. 

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Terugblik
  • Lesdoelen 
  • Opvoedingsopgaven
  • Opvoedingsstijlen
  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Terugblik

Slide 4 - Diapositive

Wat is opvoeding?
A
Een kind begeleiden bij de ontwikkeling
B
Een kind groot brengen
C
Een kind voeden
D
Ik heb niet opgelet

Slide 5 - Quiz

Waar staat SSS voor
A
Sturen, signaleren en stabiliseren
B
SSSSSST, wees stil
C
Sturen, steunen en stimuleren
D
Steunen

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen
  • De student kan de verschillende opvoedingsstijlen onderscheiden in de praktijk. 
  • De student heeft kennis van de verschillende opvoedingsopgaven. 
  • De student weet de betekenis van diverse termen te noemen. 

Slide 7 - Diapositive

Opvoedingsopgaven
  • De steun die nodig is voor het eigen maken van de vaardigheden komt normaal gesproken van de ouders/opvoeders. De verantwoordelijkheid die de ouder/opvoeder voor deze ondersteuning moet nemen wordt een opvoedingsopgave genoemd. 

Slide 8 - Diapositive

Opvoedingsopgaven
Riksen-Walraven (2004) heeft  vier pedagogische basisdoelen geformuleerd die in elke opvoedomgeving van toepassing zijn.
  1. emotionele veiligheid bieden: een veilige basis, een ‘thuis’ waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn .
  2. persoonlijke competenties: persoonlijke eigenschappen zoals veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit, motivatie, creativiteit en cognitieve en taalvaardigheden
  3. sociale competenties: inlevingsvermogen, communiceren, samenwerken, anderen helpen, sociale verantwoordelijkheid en conflicten voorkomen en oplossen, 
  4. waarden en normen overdragen: de opvoedomgeving draagt waarden en normen aan kinderen over, waardoor kinderen zich de cultuur eigen maken van de samenleving waarin zij opgroeien.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Opvoedingsstijlen
  • Autoritaire opvoedingsstijl
  • Permissieve (toegefelijk) opvoedingsstijl
  • Democratische (autoritatieve) opvoedingsstijl 
  • Verwaarlozende opvoedingsstijl

Slide 11 - Diapositive

Autoritaire opvoedingsstijl
  • Dit kenmerkt zich door veel regels. De ouder is de baas en het kind moet gehoorzamen. 
  • Straffende opvoedingsstijl. 
  • Autoritaire ouders leggen de regels niet uit en geven geen ruimte voor discussie.

  • Voordeel: Een kind weet heel precies wat zijn ouders van hem verwachten. 

  • Nadeel: Een kind kan angstig en volgzaam worden door een autoritaire opvoeding. Of juist opstandig en agressief. In ieder geval ontwikkelt een kind weinig zelfvertrouwen en weinig zelfstandigheid. Hij leert niet om zelf te beredeneren waarom hij iets wil en kan moeilijk beslissingen voor zichzelf nemen. Deze dwingende manier van opvoeden kan voor veel strijd zorgen. 

Slide 12 - Diapositive

Permissieve (toegefelijk) opvoedingsstijl
  • Toegeeflijke ouders hebben veel aandacht voor de wensen en behoeften van hun kind. Ze geven hun kind bijna altijd zijn zin. 
  • In feite is het kind de baas en er worden weinig eisen aan hem gesteld.

  • Voordeel:
    Bij deze manier van opvoeden zijn ouder en kind gelijkwaardig. Er doen zich weinig conflicten voor: het kind mag (bijna) alles.

  • Nadeel:  Een kind van permissieve ouders wordt verwend en leert geen grenzen kennen. Hij krijgt weinig feedback, wordt gemakzuchtig en leert niet om rekening te houden met anderen. 

Slide 13 - Diapositive

Democratische (autoritatieve) opvoedingsstijl
  • Ouders die regels stellen en tegelijkertijd oog hebben voor de wensen en behoeften van hun kind.
  • Zij geven leiding met liefde, houden rekening met de ontwikkeling van hun kind en overleggen met hun kind. De regels die ze stellen onderbouwen ze met argumenten. Het kind wordt gesteund en aangemoedigd.
  • Voordeel: Deze manier van opvoeden stimuleert het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van het kind. Het kind wordt als persoon gerespecteerd en zijn ontwikkeling wordt gevolgd.  Kinderen die op deze manier worden opgevoed, zijn vaak opgewekter en doen het iets beter op school. 

  • Nadeel: De democratische opvoedingsstijl kost het meeste tijd en energie van alle opvoedingsstijlen.

Slide 14 - Diapositive

Verwaarlozende opvoedingsstijl
  • Zij stellen weinig regels, maar bieden ook weinig geborgenheid, steun, veiligheid en betrokkenheid. 
  • Het kind wordt aan zijn lot overgelaten: hij mag het allemaal zelf uitzoeken.

  • Voordeel:
    Weinig of geen aandacht besteden aan een kind is gemakkelijk. Een ouder als deze heeft alle tijd voor zichzelf of zijn werk.

  • Nadeel:
    Van een verwaarlozende opvoeder leert een kind niets: hij leert niet wat verstandig is, of eerlijk. Daardoor loopt een kind van zo’n ouder eerder het risico om met verkeerde vriendjes in aanraking te komen. Een kind voelt zich niet geliefd. 

Slide 15 - Diapositive

Korte Quiz

Slide 16 - Diapositive

Een autoritaire opvoedingsstijl kenmerkt zich door..
A
Liefde en samenwerking, maar wel met regels.
B
Weinig steun en veiligheid.
C
Weinig grenzen en afspraken.
D
Straffen, weinig flexibiliteit en strenge regels

Slide 17 - Quiz

In welke opvoedingsstijl is er weinig emotionele betrokkenheid tussen ouder en kind?
A
Verwaarlozende opvoedingsstijl
B
Autoritaire opvoedingsstijl
C
Democratische opvoedingsstijl
D
Toegefelijke opvoedingsstijl

Slide 18 - Quiz

Binnen een verwennende opvoedingsstijl leren kinderen niet...
A
Om van hun ouders te houden
B
Wat respect is
C
Om te gaan met teleurstelling
D
Rekening te houden met anderen

Slide 19 - Quiz

LET OP! 
Denken jullie aan het genogram/stamboom wat ingeleverd moet worden voor 12 mei

Slide 20 - Diapositive

Afsluiten
  • Vragen?
  • Volgende week ->  opvoedingsmethoden
  • GEEN huiswerk

Slide 21 - Diapositive