Hoofdletters en punten

         Fase 2                                                        
Thema 1 Sport
Herhaling: Hoofdletters. 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,3,4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

         Fase 2                                                        
Thema 1 Sport
Herhaling: Hoofdletters. 

Slide 1 - Diapositive

Hoofdletters en punten

Slide 2 - Diapositive

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Geen hoofdletters


  • Bij namen van dagen (maandag, dinsdag, woensdag, etc.)
  • Bij namen van maanden (januari, februari, maart, etc.)
  • Bij namen van seizoenen (herfst, lente, winter, zomer)
  • Bij namen van windstreken (oost, west, zuid, noordwest, etc.)


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Diapositive

Hoe schrijf je:
mevrouw goertzen
A
Mevrouw goertzen
B
Mevrouw Goertzen
C
mevrouw Goertzen

Slide 8 - Quiz

Hoe schrijf je:
engelse drop
A
Engelse drop
B
engelse drop
C
Engelse Drop
D

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je:
maarten van der aa
A
Maarten van der aa
B
maarten Van der Aa
C
Maarten Van Der Aa
D
Maarten van der Aa

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je:
's avonds ga ik slapen
A
's avonds ga ik slapen.
B
's Avonds ga ik slapen.
C
'S avonds ga ik slapen.

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je:
ik ga met kerstmis naar heerlen

A
Ik ga met Kerstmis naar Heerlen.
B
Ik ga met Kerstmis naar heerlen.
C
Ik ga met kerstmis naar Heerlen.
D
ik ga met Kerstmis naar Heerlen.

Slide 13 - Quiz

Maak een foto van iets wat je met een hoofdletter schrijft.

Slide 14 - Question ouverte

Deze les heb ik geleerd dat...


Slide 15 - Question ouverte