Module A Les 6

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom! 

Vakgericht

Module A les 6

Planning 

-> Terugblik vorige les

-> Uitleg Profiel- en basisdeel

-> Opdrachten 

-> Nabespreking

-> Next week :) 

Terugblik vorige les

-> Zijn er vragen over het huiswerk? 

-> Zijn er andere vragen? 

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 33

*Koolhydraten en bloedsuikerspiegel:

-> Lage bloedsuikerspiegel =  voorraad suikers of koolhydraten – de brandstof – is op en er wordt weinig glucose wordt aangemaakt

-> Glucose levert energie aan de lichaamscellen

*Schommelingen in de bloedsuikerspiegel

 voorkom je door: zie je boek blz. 33

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 33

*Diabetes Mellitus (DM):

-> Ontstaat doordat je alvleesklier geen of te weinig insuline maak

-> Insuline > zorgt voor dat glucose (koolhydraten) in de 

cellen opgenomen kan worden

-> Bij DM heb je een te laag of te hoog bloedsuikerspiegel 

-> Klachten: dorst, veel plassen, jeuk, vermagering en vermoeidheid

-> Twee types diabetes: Type I en Type II 

-> Type I: ontstaat als je jong bent, meestal als kind > insuline spuiten

-> Type II: ontstaat vaak op latere leeftijd

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 34

*Diabetes Mellitus (DM):

-> Hypo = te laag bloedsuikergehalte

-> Hyper = te hoog bloedsuikergehalte

-> Symptomen zie boek blz. 34

*Bij een hypo of hyper zorg je dat:

>Je de cliënt niet alleen laat

>De omgeving veilig is

>Je insuline toedient of koolhydraten (bijvoorbeeld druivensuiker) te eten geeft

>Je de cliënt veel laat drinken

-> Lijkt dat niet te helpen, dan kan de cliënt in coma raken. Bel dan 112!

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 36

*Lees aangepaste voeding:

-> Blz. 36

*Natriumbeperkt dieet:

-> Natrium zit in zout

-> Bij hoge bloeddruk en bij sommige nierziekten

-> Zout zit in veel voedingsmiddelen

-> Cliënt met een natriumbeperkt dieet mag geen zout aan zijn maaltijden toevoegen

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 38

*Babyvoeding:

-> Bevat alle noodzakelijke voedingsstoffen

-> Zitten ook antistoffen in tegen ziekten

-> Flesvoeding (bij geen borstvoeding) 

-> Na drie tot zes maanden krijgt de baby bijvoeding

-> Het consultatiebureau geeft hierover advies

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 39

*Voeding bij allergie:

-> Allergisch voor bepaald voedsel als je plotseling klachten krijgt 

*Anafylactische shock:

-> Ernstige allergische reactie op een stof (voedsel, in een medicijn, of een insectenbeet)

*Koemelkallergie:

-> Komt bij baby’s regelmatig voor (flesvoeding op basis van soja)

*Glutenintolerantie:

-> Eiwit in tarwe, gerst, rogge en haver

-> Mensen met een intolerantie voor gluten kunnen deze stof helemaal niet verdragen

-> Veel symptomen zie blz. 40

-> Geen producten gebruiken waarin tarwe, gerst, rogge of haver in zit 

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 43

*Cholesterol:

-> Bouwstof voor de cellen en hormonen

-> Hoge cholesterol is een bedreiging

-> Lichaam maakt zelf cholesterol aan > in lever

-> Via het bloed gaat de cholesterol naar alle cellen

*Twee soorten cholesterol:

-> HDL, de goede soort

-> LDL, de slechte soort

-> Goede verhouding tussen beide soorten cholesterol is belangrijk 

-> HDL: zorgt ervoor dat een teveel aan cholesterol naar de lever wordt vervoerd

-> LDL: gaat vastzitten in vaten en organen 

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 43

*Cholesterol, vet en voeding:

-> Teveel eten van verkeerde vetten -> verhoogt het cholesterolgehalte

*Vet ook nodig voor:

-> Opname van vit. A, D en E

-> Beschermend laagje onder de huid

-> Levert vetzuren (bv linolzuur) voor afbraak van LDL

-> Onverzadigd vet (goede vetten) en verzadigd vet (slecht)

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 46

*Een recept lezen:

-> Bekijk je boek en lees de tekst op blz. 46

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 48

*Betekenis van voedingswaarden:

-> Geeft aan hoeveel je van de voedingsstof binnenkrijgt

-> De totale waarde wordt uitgedrukt in calorieën

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 50

*Methodisch werken: materialen en middelen

-> Materialen zijn alle spullen die je nodig hebt om het voedsel te kunnen behandelen en bereiden

-> Al bij het lezen van het recept bedenk je welke materialen je nodig hebt

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 51

*Kooktechnieken:

-> Hygiëne > goed je handen wassen, groente wassen, voldoende verhitten om bacteriën te doden, vlees en groenten gescheiden behandelen

-> Kwaliteit van de maaltijd > Snijden, snipperen, koken en frituren zijn onderdeel van de bereiding

-> Duurzaam werken > voedsel op de juiste manier voorbereiden 

-> Veilig werken voor jezelf > door de technieken goed toe te passen voorkom je dat je jezelf snijdt of dat je brandwonden oploopt

-> Veilig werken voor de omgeving > kennis van kooktechnieken is nodig

Week: 6 Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden blz. 52 

*Kooktechnieken:

-> Basistechnieken: wassen, snijden, hakken, schillen, snipperen, roeren, kloppen, zeven, aanmaken, mengen

-> Kooktechnieken: koude bereiding, koken, bakken en 

braden, frituren, stomen, roerbakken

Week: 6 Profieldeel 5: Assisteren bij soc activiteiten blz. 27

*Werken met een activiteitenplan:

-> Voor je een activiteit gaat uitvoeren, is het van belang dat je alles goed hebt voorbereid > activiteitenplan 

-> In het activiteitenplan staat alle informatie over de activiteit

-> Bij het uitwerken van het activiteitenplan maak je gebruik van de vijf W-vragen

-> Bekijk de vijf W-Vragen in je boek blz. 28

Week: 6 Profieldeel 5: Assisteren bij soc activiteiten blz. 31

*Evalueren van een activiteit:

-> Als je gaat evalueren kijk je terug op de activiteit

-> Je bespreekt met deelnemers of collega’s wat je hebt gedaan, waarom je dat hebt gedaan en wat je de volgende keer misschien anders gaat doen en waarom

-> Evalueren kun je doen door te reflecteren op de uitgevoerde activiteit

-> Een manier van reflecteren is het reflectiemodel van Korthagen

-> Het model van Korthagen heeft vijf stappen om te evalueren

-> De vijf stappen zijn:

1.Doen 2.Terugkijken 3.Bewustwording 4.Bijstellen/aanpassen 5.Toepassen

->De stappen van het reflectiemodel kun je verwerken in een reflectieformulier zie blz. 

Week: 6 Profieldeel 5: Assisteren bij soc activiteiten blz. 32

*Activiteitenprogramma:

-> Een activiteitenprogramma is een overzicht van alle activiteiten die in een bepaalde periode plaatsvinden

-> Dit kan een dag-, week-, maand- of zelfs een jaarplanning zijn

Week: 6 Profieldeel 5: Assisteren bij soc activiteiten blz. 33

*Soorten materialen:

-> Verbruiksartikelen: gaan op (lijm, stiften, papier, verf)

-> Gebruiksartikelen: gaan langer mee (fietsjes, schaar, leesboeken, spelletjes)

-> Hulpmiddelen (schaar, loep, meetlat)

*Veiligheid:

-> Bij het uitvoeren van een activiteit moet je goed letten op de veiligheid van de deelnemers blz. 35

Week: 6 Profieldeel 5: Assisteren bij soc activiteiten blz. 36

*Snoezelruimtes:

-> Kun je tegenkomen binnen de gehandicaptenzorg, in het bijzonder onderwijs en binnen de zorg voor dementerende ouderen

-> Snoezelen is een samenvoeging van de woorden snuffelen en doezelen

-> Worden één of meerdere zintuigen geprikkeld door licht, geluid, geur, smaak en ook aanraking

-> Zie boek blz. 36

Nabespreking

-> Waar liepen jullie tegenaan?

->  Wat zouden jullie de volgende keer anders willen?

->  Zijn er vragen?

Next Week :) 

-> Boek:  Profieldeel Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten

-> Blz 37 t/m 45

*Maak de opdrachten 

-> Boek: Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden

-> Blz 58 t/m 94

*Maak de opdrachten