Woordenschat: Vergelijking, metafoor en personificatie

Welkom H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift en het boek Overspoeld.
Stap 3: Beantwoord de vraag: Maak af: Zo sterk als een...
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift en het boek Overspoeld.
Stap 3: Beantwoord de vraag: Maak af: Zo sterk als een...

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt een vergelijking herkennen en gebruiken
- Je kunt een metafoor herkennen en gebruiken
- Je kunt een personificatie herkennen en gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Lezen in Overspoeld
- Nakijken: opdracht 4, 5 en 6
- Uitleg: Vergelijking, metafoor en personificatie
- Oefening: vergelijking, metafoor en personificatie
- Huiswerk: Werkblad in Google Classroom

Slide 3 - Diapositive

Lezen in Overspoeld
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Nakijken opdracht 4, 5 en 6
Classroom

Slide 5 - Diapositive

Vergelijking
Beeldspraak: figuurlijk taalgebruik.
Soorten beeldspraak: Vergelijking, metafoor en personificatie
- Vergelijking: Je zet twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken: het object en het beeld.
Object: Een beeld uit de werkelijkheid.
Beeld: Het beeld is waar het object op lijkt.
Voorbeelden: Hij(object) is als een vogel zo vrij(beeld), zijn hoofd(object) lijkt wel een varkenskop(beeld), wat een boom(beeld) van een vent(object) is hij.

Slide 6 - Diapositive

Vul de vaste vergelijking aan:
zo rood als een ...

Slide 7 - Question ouverte

Benoem het beeld en het object van de zin:
Hij is zo rood als een kreeft

Slide 8 - Question ouverte

Metafoor
Metafoor: Bij een metafoor vallen het object en het beeld samen. Je vervangt dan het object helemaal door het beeld.
Voorbeeld: de rots is zo groot als een olifant  Zullen we de olifant eens beklimmen?
Metaforen komen vaak voor als spreekwoord:
• Als het kalf verdronken is, dempt men de put: pas als het kwaad is geschied, pas dan worden er maatregelen genomen.
• Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken: Je mag niet klagen over de kwaliteit van iets wat je gekregen hebt.

Slide 9 - Diapositive

A: Wat is de metafoor?
B: wat is de betekenis achter de metafoor?
'Veronique vliegt door die spannende boeken.'

Slide 10 - Question ouverte

Personificatie
Personificatie: Een ding, plant, dier of abstract begrip (verliefdheid, toekomst, verdriet) krijgt ineens menselijke eigenschappen. Het ding gaat iets doen.
Voorbeeld:
• De zon doet zijn best om tevoorschijn te komen. (De zon kan dit niet letterlijk doen)
• Het fietslampje heeft zijn best gedaan, maar hij is nu echt kapot. (Een fietslampje kan zijn best niet doen)

Slide 11 - Diapositive

Wat is de personificatie in de volgende zin:
De bomen wiegen in de wind.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de personificatie?
'Het schip danste op de golven.'

Slide 13 - Question ouverte

Aan het werk
Maken: Werkblad vergelijking, metafoor, personificatie (Zie Google classroom).
Leren: Woordenlijst Op Niveau helemaal

Slide 14 - Diapositive