Argumenteren havo 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Soorten argumenten

Hoofdstuk 3

mevrouw Mollink

Lesdoel

Aan het einde van de les ken je 6 verschillende soorten argumenten.

Gebruik de opdrachten bij tekst 2 om je kennis te verwerken en ermee te oefenen.

argumenten

Wat weet je nu?

- mening onderbouwen -------> gebruik argumenten

- standpunt

- objectieve en subjectieve argumenten

Soorten argumenten

Er zijn allerlei soorten argumenten. 

In je Vakboek worden er zeven besproken, blz. 127.

argument gebaseerd op een feit

 feiten zijn controleerbaar en dus waar

voorbeeld:

Het is goed dat vorig jaar de maximumsnelheid op deze weg is verlaagd (mening), want het aantal ernstige ongelukken is daarna met dertig procent gedaald.

argument gebaseerd op 

onderzoek

 Je. gebruikt onderzoeksresultaten als argument.

Dit is een krachtig soort argument. Je kunt wel vragen krijgen over de betrouwbaarheid van het onderzoek.

voorbeeld:

Het is goed dat vorig jaar de maximumsnelheid op deze weg is verlaagd (mening), want het aantal ernstige ongelukken is daarna met dertig procent gedaald.

argument gebaseerd op een veronderstelling of vermoeden

een algemene aanvaarde opvatting of onderzoek 

voorbeeld:

We moeten massaal overstappen op windenergie (mening), want de fossiele brandstoffen raken op en zijn zeer vervuilend.

argument gebaseerd op een

gevoel of emotie

een emotie is een gevoel of intuïtie

voorbeeld:

De film is prachtig (mening) want ik kon me erg inleven in de hoofdpersoon.

argument gebaseerd op een ervaring

je gebruikt een voorval in je argument dat je écht hebt beleefd

voorbeeld:

Tijdens het reizen is een e-reader een uitkomst (mening), want je hebt in een klein apparaat al je boeken tot je beschikking

argument gebaseerd op een normen en waarden

Je beroept je op een algemeen aanvaarde norm of waarde. 

voorbeeld:

Als je het in een discussie niet met elkaar eens kunt worden, ga je niet direct schelden of slaan. (standpunt)

Zo gaan we toch niet met elkaar om? (argument)

Er zijn nog meer soorten argumenten

vermoedens

feit

vergelijking

emotie

Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met dit elftal mogelijk is.

want voor een boete moet ik minstens vijf uur werken

Kijk maar naar de verkoop van drank, die is door de prijsverhoging ook niet afgenomen.

want tijdens het lezen stroomden de tranen over mijn wangen

We kunnen naar de dierentuin, want er is een korting van 50%.

1. vermoedens
2. feiten
3. gevoel of emotie
4. normen en waarden

Mensen moeten vaker naar buiten, want uit onderzoek is gebleken dat het goed is voor de gezondheid.

1. feiten
2. vermoedens
3. geloofsovertuiging
4. onderzoek

De man is veroordeelt tot een taakstraf. Je steelt toch geen geld van een dakloze?

We kunnen gaan voetballen, want één van de zeven velden is vrij.

1. onderzoek
2. geloof
3. feit
4. vermoeden

huiswerk donderdag 4 maart

* Maak opdr. 9, 10, 11, 12, blz. 48.

* Leer uit je Vakboek 10.3, 10.4, 10.5, blz. 126-132: soorten argumenten en argumentatieschema’s, aanvaardbaarheid van argumentatie, argumentatiestructuur.