Biologie 2 tl/h 4.6 zwangerschap

4.6 Zwangerschap
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

4.6 Zwangerschap

Slide 1 - Diapositive

Vorige week:
 Voorbehoedsmiddelen en SOA's 
PO reclame folder voorbehoedmiddel maken

Herhaling SOA's

Slide 2 - Diapositive

Chlamydia

Chlamydia
Chlamydia is een soa die wordt veroorzaakt door een bacterie.
Deze nestelt zich in de slijmvliezen.

Chlamydia is de meest voorkomende soa in Nederland, vooral onder de jongeren.

Deze soa is goed te behandelen met antibiotica.

Tijdens onveilige seks kun je deze soa overdragen

Slide 3 - Diapositive

Chlamydia 

Slide 4 - Diapositive

HIV en aids
De ziekte Aids wordt veroorzaakt door het HIV-virus

Wanneer je het HIV-virus bij je draagt, ben je sero-positief. Als je HIV hebt, ben je niet direct ziek. Het HIV-virus breekt het afweersysteem af. Wanneer je afweersysteem niet meer werkt spreken we van aids.

Slide 5 - Diapositive

Kijk naar de afbeelding.

→ Hoe heet het orgaan dat is aangegeven met de letter P?
A
Clitoris
B
Eierstok
C
Vagina

Slide 6 - Quiz

Welk nummer is de vagina?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quiz

De meest veilige seks heb je ...
A
als je voor het zingen de kerk uit gaat.
B
als je seks hebt met je vaste partner.
C
met een condoom om.
D
met een condoom + ander voorbehoedsmiddel.

Slide 8 - Quiz

De pil beschermt je

A
alleen tegen zwangerschap
B
alleen tegen een soa
C
tegen zwangerschap en soa's

Slide 9 - Quiz

Is een condoom beperkt houdbaar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Als je een condoom omdoet, knijp je het bovenste stukje van het condoom dicht.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

De pil slik je:

A
4 weken
B
2 weken per dag
C
21 dagen en 1 stopweek

Slide 12 - Quiz

Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.


A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide beweringen
D
Geen van beide beweringen

Slide 13 - Quiz

Na de bevruchting bevat een bevruchte eicel ...
A
23 chromosomen
B
23 chromosomenparen
C
46 chromosomen
D
46 chromosomenparen

Slide 14 - Quiz

In de morning-after pil zitten er meer hormonen dan in een normale pil
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Zwangerschap

Slide 16 - Diapositive

Aan het eind van de les...
  • je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt
  • je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt
  • je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 21 - Diapositive

Innesteling

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

prenataal onderzoek

echoscopie
vlokkentest
vruchtwaterpunctie

Slide 25 - Diapositive

Prenataal onderzoek

Slide 26 - Diapositive

NIPT-test
NIPT= Niet Invasieve Prenatale Test
- vanaf de elfde week van de zwangerschap
- Er wordt gekeken of er een kans is op diverse afwijkingen 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag...Tijdens lab uur werken aan PO Eindopdracht 

Slide 30 - Diapositive