samenvatting

samenvatting
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

samenvatting

Slide 1 - Diapositive

Oriëntatie H1






De eerste wereldoorlog, het ontstaan, verloop en de gevolgen.

Slide 2 - Diapositive

1.1 De moderne massasamenleving

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Nieuwe uitvindingen moderniseren de wereld

Slide 5 - Diapositive

Film en radio zijn de eerste massamedia.

               De moderne mens leeft in de moderne massasamenleving
               Deze mensen zijn ge-urbaniseerd, rijden in motorische voertuigen                 en maken gebruik van massamedia voor vermaak en                                         communicatie.

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe industrieën


De Industriële revolutie (hoofdstuk 4 van vorig jaar!) en met name de automatisering zorgen vóór een enorme daling in de prijzen van luxeproducten. De middenklasse was opeens rijk!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Voordelen, maar ook nadelen.


Veel uitvindingen bleken op de lange termijn ook nadelen te hebben of soms zelfs enorme schade aan te richten.

Slide 9 - Diapositive

1861           1867          1880's          1906         1914          1916

Slide 10 - Diapositive

Sociale en culturele progressie
veranderende houding t.o.v. de 19e eeuw.


Dorps-en stadscultuur.

Grote gevolgen voor gelijkheid & ontwikkeling.

Slide 11 - Diapositive

Andere sociaal-culturele veranderingen
  • Ontkerkelijking door opkomst politieke stromingen.




  • Opkomst 'Moderne kunst' 

Slide 12 - Diapositive

3 redenen tot spanning aan het einde van de 19e eeuw

Slide 13 - Diapositive

1. De opkomst van nationalisme



Het gevoel van trots op je eigen land.

Slide 14 - Diapositive

2. Het modern imperialisme zorgt voor problemen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive





3. Een nieuwe grootmacht betreedt het toneel.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Zelfbescherming
De feiten tot nu toe:
1. Het eengeworden Duitsland bouwt een enorme vloot.
2. Dus de Engelsen ook.
3. Er is vijandigheid tussen Duitsland en Frankrijk ('70-'71)
4. Het Ottomaanse rijk is zwak en kan geen opstanden neerslaan
5. Rusland steunt Servië om meer macht te krijgen in Europa
6. Oostenrijk-Hongarjje neemt Bosnië, wat voor spanning zorgt.
To be continued...

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

28 juni 1914: Moord op Franz-Ferdinand.
18 februari 1915: Algehele blokkade van de noordzee (Duikbotenoorlog)
7 mei 1915: De Lusitania wordt onder vuur genomen. 
21 februari 1916: De slag om Verdun begint
6 april 1917: De VS verklaart de oorlog aan Duitsland
3 maart 1918: Brest-Litovsk wordt getekend.
11 november 1918: Armistice day 

Slide 23 - Diapositive

De nasleep:
- Rusland ligt overhoop
- Het Ottomaanse rijk valt uiteen
- Oostenrijk-Hongarije valt uit elkaar
- Italië was al uit de oorlog.

Wie blijft er over (als schuldige)?

Slide 24 - Diapositive

H1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Slide 25 - Diapositive

Positief

  • Opluchting over het einde van de oorlog.

  • Betere economie.

  • Optimistische houding.

  • Modern leven zet door.
Negatief

  • Wantrouwen t.o.v. politiek.

  • haat tussen volkeren en door gevolgen oorlog.

  • Anti-parlementaire democratie

  • economische problemen op de lange termijn

Slide 26 - Diapositive

Duitsland I
Wilhelm II naar Nederland.

Het Duitse keizerrijk > Republiek van Weimar.

Economische problemen (Inflatie)


Slide 27 - Diapositive

Duitsland II
De gewone Duitser zat vol wantrouwen.

V van Versailles + parlementaire democratie + economische crisis.


Geen oplossingen, maar wel veel problemen.

Slide 28 - Diapositive

Italië 
Veel problemen tijdens en na de eerste wereldoorlog.




Slechte economie en geen vertrouwen in de Parlementaire democratie (Net als in Duitsland.)

Slide 29 - Diapositive

Kenmerken van Fascisme
• nationalisme. De staat is het belangrijkste wat er is. Iedereen moet zich inzetten voor zijn land.
• militarisme. Oorlog is iets moois; elk land kan dan laten zien hoe krachtig het is.
• afkeer van de democratie. In plaats daarvan moet er één leider zijn, die weet wat het volk wil en die bepaalt wat er gebeurt.
• afkeer van persoonlijke vrijheid. Die is minder belangrijk dan nationale eensgezindheid en gehoorzaamheid aan de leider.

Slide 30 - Diapositive

Nederland
Nederland hield volledig vast aan de Neutraliteitspolitiek van de Eerste Wereldoorlog.

Confessionalisme en conservatisme waren de norm.

Slide 31 - Diapositive